Sheaboter wordt vooral gebruikt in de voedingsindustrie en als cosmetisch product. Daarin verschilt de boter/olie van de sheaboom met die van die andere olierijke zapoteboom, de arganboom (Argania spinosa), waaruit arganolie wordt gewonnen, dat een plaats heeft verworven in de internationale gastronomie, en een belangrijke rol speelt in de Marokkaanse keuken.
De productie van sheaboter gebeurt zowel (deels) handmatig in de landen van herkomst als industrieel in net name Europa en de Verenigde Staten. De ambachtelijke bereiding van rauwe shea-boter [spreek uit: shee-a-boter] in de landen van herkomst gaat als volgt.
Nadat de vruchten geraapt zijn en zijn ontdaan van het vaak al in ontbinding verkerende vruchtvlees, worden de noten grondig gewassen, en gedurende een half uur gekookt, zodat de zaden in de noot hun olie vrijgeven. De gekookte noten worden in de zon te drogen gelegd, waarna ze voorzichtig gekraakt worden.
Na de schalen verwijderd te hebben, worden de zaden in de zon te drogen gelegd. Ze worden in een grote vijzel gestampt, zodat er een fijnere fractie ontstaat, en deze wordt droog geroosterd. Met water worden de geroosterde zaden dan met vijzels tot een pasta gewreven of gestampt. Steeds vaker gebeurt dat met behulp van door een motor aangedreven molen.
Aan de zo verkregen bruine pasta wordt water toegevoegd. Door de massa voortdurend te mengen, emulgeert de olie (bindt zich aan het water). Naarmate de massa langer wordt gekneed, wordt hij steeds lichter van kleur. De vaste bestanddelen en de emulsie worden nu gescheiden en de laatste wordt vervolgens gekookt. De olie komt boven drijven en kan worden afgeschept, gefilterd en gekoeld. het resultaat is een lichtbeige boter. Wanneer de boter door raffinage wordt gemaakt, is hij bijna wit.
Interessant is om de onderwijsvideo van Le corps de la Paix op Youtube te bekijken, waarin het ambachtelijk proces wordt getoond en stap voor stap wordt toegelicht.
Sheaboter wordt hoofdzakelijk industrieel gebruikt, in bakvet, margarine en chocolade.
Het smeltpunt van sheaboter ligt tussen 31 en 38°. Bij kamertemperatuur heeft shea-olie dus net als kokosolie een vaste vorm (boter). Het rookpunt ligt bij 233°.
De rol van sheaboter in de voedselindustrie is zeer bescheiden. Nauwelijks 0,1% van alle daarin gebruikte vetten en oliën is shea. Het merendeel van de sheaboter wordt industrieel verwerkt tot stearine (ijs, chocolade en biscuits) en oliezuur, als vervanger van de curdere cacaoboter. Shea is in Europa toegelaten als één van de vijf non-cacaoboters die bij de productie van cacao gebruikt mogen worden, tot een maximum van 5 gewichtsprocent van het chocoladeproduct. In de Verenigde Staten is dat niet het geval.
Het oliezuur dat bij de productie van stearinezur vrijkomt als restproduct, wordt gebruikt om spreads met plantaardige olie beter smeerbaar te maken.
De grootste exporteurs van sheabiter zijn mali, Burkina Faso en Ghana, gevolgd door Nigeria en Ivoorkust.