Op het vlakke land van Ōita werd vroeger voornamelijk rijst verbouwd, reden waarom men daar aan tarwenoedels ook rijst toe voegt.
Hoewel tenobe dango wel tot de udons wordt gerekend, is het de voorloper daarvan. De term tenobe is een kwaliteitsaanduiding, en betekent 'met de hand gevormd': gekneed, geplet of uitgerekt. Net als bij alle noedels noemt men een tenobe-noedel met een dikte van 1,7 mm of meer een udon, en dunnere (tenobe)somen.
Ook in China kent men een dergelijke pasta-vorm, Miàn piàn, in Maleisië Mee hoon kueh genoemd.
Dango is de Japanse term voor een niet gevulde dumpling, meestal een simpel balletje dat is gemaakt van kleefrijstmeel (mochigome-ko), dat aan houten spiesjes geregen wordt. Maar ook gehaktballen worden dango genoemd. De balletjes worden veelal op spiesjes geregen. Extra smakelijk zijn deze spiesjes wanneer overgoten met gecaramelliseerde shoyu: mitarashi dango. Of wanneer ze door kinako gerold worden: kinako dango. Zulke kinako dango zijn er in veel soorten, onder andere kibi dango, balletjes gemaakt van kleefrijstmeel en gierstmeel (kibi-ko)
In onderstaand klassiek dango-recept wordt tarwebloem gebruikt. Om het deeg goed rekbaar te mnaken wordt kansui toegevoegd, loogwater. Vervcang deze eventueel door een theelepeltje baksoda (goed laten oplossen!). In japan wordt vaak een scheutje tsubaki-olie (Camellia oleifera) toegevoegd.
Meng de kansui door het water (of los er de baksode in op). Doe de bloem in een kom. Voeg het koude kansui water er beetje bij beetje toe terwijl je dat met de vingers door de bloem werkt. Wanneer alle water is opgenomen, kneed je een soepel deeg.
Rol het deeg tot een rol met een doorsnede van 2,5 - 3 cm. De dikte van de rol bepaalt de breedte van de lint.
Snijd de rol in gelijke partjes, en zet deze weg onder een vochtige doek.
Na een half uur maak je één voor één linten. Pak een stukje deeg, en trek dat met wijsvinger, middelvinger en duim van beide handen uit. Doe het rustig en draai het lint enkele slagen rond, zoals je doet met een springtouw. Hiermee fixeer je het lint. Wil je het nog rustieker, trek het deeg dan uit tot een dikke draad, en druk die met je vingertoppen plat.
Deze lintvormige dango wordt opgediend in een rijke miso (soep), dango-jiru 団子汁 geheten.
Gebruik de linten in hun geheel of scheur je er stukjes vanaf, die je direct in de hete bouillon of dashi doet.
In Nagasaki maakt men de dango-jiru met dango-balletjes.