De Manilkara zapote wordt ook chicozapota genoemd. Het is een groenblijvende boom die 12 tot 18 meter hoog wordt. Het duurt een jaar of acht voordat een boom voor het eerst vruchten draagt. De latex druipt (bloedt) zowel uit de stam als de onrijpe vruchten wanneer de bast of de vrucht beschadigd wordt. Om de latex te winnen, wordt de bast ingekerfd. De getapte latex wordt chicle genoemd, en wordt van oudsher als kauwgom gebruikt. Een geschikte boom kan eens per vier-vijf jaar getapt worden.
Een Manilkara zapote bloeit het hele jaar door, en geeft tweemaal per jaar vruchten. Dat zijn ronde tot amandelvormige bessen, met een lengte van 4 tot 10 centimeter, wat relatief klein is voor een zapote. Een vrucht is rijp wanneer hij zacht en geurend is, en de zaden glanzend zwart. Een rijpe vrucht zal bovendien geen latex 'bloeden', een onrijpe vrucht wel. Wanneer enkele vruchten rijp blijken, worden in de regel alle vruchten tegelijk geplukt, de nog niet rijpe vruchten rijpen immers na.
Er is geen hoogseizoen voor sapodilla's, die over de hele wereld verbouwd worden. In Mexico is het hoogseizoen van mei tot september, en wordt de Morena-variëteit van februari tot april geoogst. Op de Philippijnen loopt het seizoen van november tot april. Als de beste variëteiten worden de Mexicaanse Morena en Hasyá (november tot juni) gerekend.
De vrucht rijpt na, ook gekoeld. Spoel de zandige buitenkant direct na aankoop af. De onrijp geplukte vrucht zal binnen een dag op tien afrijpen, vaak al na een dag of vier. Reken erop dat een nog onrijp gekochte vrucht bij kamertemperatuur gemiddeld in enkele dagen zal rijpen.
De sapodilla wordt vooral als handfruit gegeten. Snijd de vrucht in de lengterichting door en wip de zaden eruit. het vruchtvlees wordt uit de schil geschept. Of snijd de vrucht in de lengterichting in partjes en eet het vruchtvlees uit de hand. Je kunt ze ook als een perzik pellen, en dan in partjes openbreken.
De vrucht is beroemd om zijn aroma en wordt gebruikt voor sorbets, cocktails, jam en ijs, maar ook bij de bereiding van gebak, siropen en sauzen; gefermenteerd geeft het smaak aan wijn en azijn. In Indonesië worden jonge scheuten ook rauw of gekookt met rijst gegeten.
Bewaar de rijpe vrucht koel. Bij 5°C is de rijpe vrucht enkele dagen houdbaar, bij een temperatuur van 1 à 2 ° zlefs enkele weken. De rijpe vrucht kan prima ingevroren worden, zowel in zijn geheel als in stukjes.
Zowel in Mexico als in Guatemala zijn beschermingsprogramma's opgesteld ter bescherming van de boom. De chiclebossen in Guatemala zijn tot natuurreservaat, Reserva de la biosfera Maya, benoemd. Ze worden sindsdien beheerd door de nazaten van de voormalige chicleros, wat voor honderden gezinnen inkomen betekent.
De sapodilla's zijn zowel afkomstig van wilde als van gecultiveerde bomen. Tot de landen waar de sapodilla wordt verbouwd behoren Thailand, Maleisië, Cambodja, India en Indonesië. de belangrijkste productielanden zijn Sri Lanka, Venezuela, Guatemala en de Philippiijnen.
De Manilkara zapota waarvan de latex getapt wordt voor de chicle-industrie groeien in het wild in Mexico en Guatemala, er zijn geen plantages voor de chicle-winning.
Het woord zapote is afgeleid van het Azteecs 'tzapotl' dat voor veel soortgelijk gevormde vruchten werd gebruikt. Het sap van de boom wordt chicle genoemd.