top
Kodogierst
Paspalum scrobiculatum
Kodogierst
 
RIJPE VOGELGIERST AREN | Eleusine coracana

Kodogierst

Deze gierstsoort is net als vogelgierst een graan in opkomst. Hij is van Afrikaanse afkomst, maar is zeer populair in India, Zuidoost-Azië en de Filippijnen.

Kodo gierst is een zogenaamde kleine gierst, met een zaad dat gepeld dient te worden, alvorens geschikt te zijn voor consumptie. Het behoort tot de oudste cultuurgewassen van India.

Er zijn twee soorten kodogierst:

  • de wilde scrobic (Paspalum scrobiculatum var. commersonii), een overblijvende plant die vooral op vochtige plaatsen op het Afrikaanse continent wordt aangetroffen, en
  • kodo, de in India gecultiveerde Paspalum scrobiculatum var. scrobiculatum, die als eenjarig gewas wordt verbouwd.

Kodogierst is een moesson- of kharif-gewas, dat begin juni wordt gezaaid. Het heeft een relatief korte groeiperiode, van 120-180 dagen. Vanwege de kortere groeiperiode kan kodo gierst relatief laat geplant worden en toch nog in de herfst geoogst worden.

Kodogierst is een uitstekend tussengewas met een opbrengst van 250-1000 kg/ha en een potentiële opbrengst van 2000 kg/ha. Kodo gierstkan langere tijd worden opgeslagen, wat belangrijk is met het oog op voedselzekerheid.

Beide zijn eenjarige, soms overblijvende, winterharde grassen, die gemiddeld &eacte;én à anderhalve meter hoog worden, al zijn er ook dwergvariëteiten. De paarse stengels staan rechtop (halmen), de bloeiwijze is pluimvormig, bestaande uit vier tot zes trossen, elk 4-9 cm lang. De bladeren zijn slank en lichtgroen en worden 20 tot 40 centimeter lang. Het eetbare deel zijn de zaden, ellipsvormig, ongeveer 1,5 mm breed en 2 mm lang. De kleur van de zaden varieert, net als de smaak. Lichtrode korrels zouden zoet smaken en donkergrijze korrels bitter.

Kodo gierst heeft een ondiep wortelstelsel, waaardoor het zeer geschikt is voor intercropping. Veel beter dan vogelgierst bijvoorbeeld, dat een stug en moeilijk te verwijderen wortelstelsel heeft. Kodogierst vermeerdert uit zaad. De wilde soort groeit op liefst vruchtbare, kleiige grond, en heeft voor zijn optimale groei gemiddeld 800-1200 mm water nodig. De geteelde kodogierst gedijt ook onder drogere omstandigheden, zelfs op marginale, voedingsarme grond. Het heeft ook vrij weinig water nodig. De wilde variëteit is beter geschikt voor nattere omstandigheden, en kan zelfs enige tijd met de voeten in het water staan. De ideale seizoenstemperatuur voor beide is 25-27 °C. .

Kodogierst heeft vier maanden nodig tot rijpheid en oogst. Gedurende de rijping kan de plant doorbuigen waardoor de trossen op de grond komen te liggen en verloren gaan. Dat gebeurt vooral wanneer de plant te sterk bemest wordt. Terughoudende bemesting is daarom het credo. De trossen worden geoogst door ze met stengel en al af te snijden, en ter plekke in de zon te drogen. Na een dag of twee wordt de oogst binnengehaald om gedorst te worden. Het pellen is niet bepaald eenvoudig.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

Voor wie even zoekt, is kodogierst in veel varianten verkrijgbaar. Daaronder parboiled, pearled kodo-millet van het merk Mantra,

Culinair gebruik en bereiding

Net als in Afrika wordt kodogierst (hele zaden) gebruikt als rijstvervanger. De bereidingswijze is vrijwel identiek, althans van de geparelde (ongepelde en voorgekookte) kodo.. De biologische Kodo Gierst van 24mantra is vrij van pesticiden en chemicaliën.In India wordt de meeste kodogierst vermalen. Kodomeel wordt er gebruikt om pudding mee te maken. In Afrika wordt de gekookte zaden zoals rijst gebruikt.

Houdbaarheid (bewaaradvies)

Gierst is goed houdbaar. Doordat de zaadjes zo klein zijn, drogen ze snel en volledig. Dat maakt gierst een uitgelezen gewas in gebieden waar een gewas als maïs snel aan bederf onderhevig is. In sommige landen wordt het gebruikt als een belangrijke reserve voor als andere zaden verloren gaan.

Oorsprong en verspreiding

Kodogierst komt oorspronkelijk uit tropisch Afrika, en is naar schatting 3000 jaar geleden in India gedomesticeerd, waar het een belangrijk gewas is geworden. Elders is het vaak een secundair gewas om op terug te kunnen vallen wanneer de oogst van het hoofdgewas mislukt.

Daarom groeit kodogierst bijvoorbeeld op rijstvelden, tussen de rijst, en in Afrika als 'onkruid', dat men ongemoeid laat, zodat het als voedselbuffer kan dienen in tijden van droogte. Kodogierst is inheems in grote delen van tropisch en subtropisch Azië Australië en Afrika:

India kent een vijfduizend jaar oude traditie in het verbouwen van gierst. Echter, de aandacht voor gierst is abrupt afgenomen door de subsidiëring van rijst en tarwe in het kader van De Groene revolutie. Boeren schakelden over van gierst op tarwe en rijst, maar belangrijker nog, de Groene Revolutie stak een stok tussen de spaken van de verdere ontwikkeling van giersten als basisvoedsel. Geld en middelen ontbraken voor de verbetering van variëteiten en de ontwikkeling van kennis over teeltmethoden om de oobrengst te maximaliseren.

Tussen 1965 en 2012 is het teeltreaal gierst teruggelopen van 7,26 miljoen ha tot 1,98 miljoen ha (een afname van 56,4% voor vingermierst en 82,5% voor de andere kleine millets). Het woord rijst was vroeger in de Tamil-cultuur een gangbaar woord voor vrijwel alle gepelde granen, ook kleine millets (kleine, vossenstaart, kodo, barnyard en proso millets), nu niet meer.

Mede door de klimaatcrisis is er thans het besef dat kleine giersten zoals kodogierst unieke mogelijkheden bieden, rijk zijn aan voedingsstoffen, zeker in vergelijking met rijst, doordat kleine giersten weinig eisen stellen aan de bodem, zich aanpassen aan veranderende en schommelende weersomstandigheden, kortom bij uitstek geschikt zijn als basisvoedsel en van eminent belang kunnen zijn voor de voedselzekerheid in gebieden die het meest te lijden hebben onder de veranderende klimaatomstandigheden.

. Hoewel er vele redenen zijn voor deze achteruitgang (namelijk lage productiviteit, gebrek aan lonende af-boerderij-prijzen, lage sociale status verbonden aan kleine millet-voedsel, onvoldoende beschikbaarheid van kleine millet-voedsel, gebrek aan vaardigheden in het gebruik van kleine millet-voedsel en onvoldoende beleidsondersteuning in vergelijking met rijst en tarwe), het gezwoeg van vrouwen in de primaire verwerking door een gebrek aan lokale verwerkingsinfrastructuur is een belangrijke reden voor de daling van de consumptie van "kleine gierst met schil", namelijk kodo, kleine, vossenstaart, proso, barnyard en browntop gierst in de productiegebieden in heel India. [5] Dit artikel beschrijft hoe dit kritieke probleem kan worden aangepakt door kleinschalige gemechaniseerde verwerking van gierst. De volgende secties behandelen i) primaire verwerking van kleine gierst, ii) kleinschalige gemechaniseerde verwerking, iii) ervaringen van vroege gebruikers van gemechaniseerde verwerking en iv) de implicaties van deze ontwikkelingen voor het vergroten van de voedseldiversiteit en het versterken van lokale en regionale voedselsystemen.

Taalkundige aspecten, etymologie

Kodop, mogelijk van Hindi benaming kodra. In Indiase en Afrikaanse talen heeft kodogierst uiteenlopende benamingen, zoals Arikelu in het Telugu , varagu in het Tamil, varak in het Malayalam, arka in het Kannada, bajra in het Punjabi en zoals gezegd kodra in het Hindi. In Nepal worden zowel vogelgierst als kodogierst kodo genoemd, in het Afrikaanse Youruba qkànli .

Benamingen in diverse talen

engels
 
indian crown grass, kodo millet, scrobic
frans
herbe à épée
italiaans
 
spaans
mijo koda
duits
kodohirse
hindi (india)
kodo, kodra
indonesisch
jaringan
japans
 
vietnamees
 
chinees
yā nǎ cǎo (eendengras)
 

Duurzaamheid

De wilde kodogierst is op grond van de bestanbdsgegevens in westelijk Afrika. p de internationale rode lijst van de IUCN opgenomen als "least threatened". Hij is ook nergens bedreigd voorzover bekend.

In het kader van het project "Adapting agriculture to climate change" wordt getracht voor 29 gewassen programma's te ontwikkelen om ze beter of nog beter bestand te maken tegen klimaatveranderingen. daaronder gierst. Deze programma's zijn geïnitieerd door de Millenium Seed Bank en de Global crop diversity trust.

Het omschakelen van tarwe- en rijstteelt naar gierstteelt draagt bij aan de CO2-reductie. De natte rijstbouw zorgt voor de uitstoot van methaan, terwijl tarwe voedingsrijke grond vergt en gevoelig is voor ziekten. Gierst is het minst gevoelig voor droogte, vraagt het minst van de bodem en is weinig gevoelig voor ziekten, en plagen.

Gezondheidsaspecten

Voedingsstoffen - gezondheidsrisico's

De voedingswaarde van giersten is uitzonderlijk. Gierst bevat veel eiwit (vergelijkbaar met rijst) en is rijk aan essentiële aminozuren, in tegenstelling tot de meeste granen. Ook het mineraalgehalte is hoger dan van de meeste granen, voor wat betreft calcium zelfs veelvoudig meer (5-30 maal de hoeveelheidf in andere granen).

Gierst wordt langzaam verteerd en geeft langdurige energie. Gierst is daarom ideaal voor diabetici die op zoek zijn naar een alternatief graan voor rijst. Ze helpen ook de bio-activiteit van mineralen te verhogen en hebben sterke antioxiderende eigenschappen.

Kodogierst bevat veel eiwitten, vergeleken met rijst, dat 0,2 gram en tarwe, dat 1,2 gram per 100 gram levert. Het is voedzaam en langzaam verteerbaar (lage glycemische index). Het bevat voor een gierst weinig vet, met 3,6 g vet per 100 gram.

Samenstelling per 100 gram rauw product

353,0
kcal
(1477,9 kJoule)
9,8
gram
eiwitten
66,6
gram
koolhydraten
5,2
gram
vezels
3,6
gram
vet
Vitaminen
0,1
mg
vitamine B2
(10,0% ADH)
2,0
mg
nicotinezuur (B3)
(12,5% ADH)
0,2
mg
vitamine B6
(10,0% ADH)
Mineralen
35,0
mg
calcium
1,7
mg
ijzer

Culinaire aspecten

Bronvermelding update maart 2023

Kodo millet | Neglected and Underutilized Species Community - Biodivewrsity international Paspalum scrobiculatum | Global invasive species ISSG Kodo millet | IUCN Red List 2019-02
slotregel