Camargue-rijst kan daarom zowel kort- als langkorrelig zijn. De rijst wordt aangeboden als riz complet en semi-complet (brun ou coloré), riz blanc (naturel ou naturellement parfumé) en riz étuvé, beter bekend als parboiled (voorgekookte) rijst De meest gebruikte variëteiten zijn de rondkorrelige Oryza sativia var selenio en de langkorrelige ariete, terwijl de arelate wordt gebruikt voor de biologische rijst. Het lastigst te verbouwen, is de langkorrelige rijst omdat deze een langere groeicyclus heeft en gemiddeld warmere omstandigheden nodig heeft. Op sommige paddies gebruikt men naar Aziatische voorbeeld eenden voor onkruidbestrijding in biologisch beheer, dat is echter geen gemeengoed.
De Riz de Camargue wordt op de paddies (rizières) van de Camargue verbouwd, de delta van de Rhone. De Camargue bezit de onstandigheden voor de teelt van rijst, zowel qua luchtvochtigheid als qua warmte. Voor de irrigatie van de paddies wordt (zoet) Rhone-water gebruikt. De boeren pompen het water tegenwoordig vanuit de Rhone naar de paddies, dat gebeurde vroeger door natuurlijk verval, om het vervolgens uit te slaan in zee, als dan niet via de Rhone.
Het klimaat in de Camargue staat anders als in tropische rijstgebieden maar één oogst per jaar toe. Sinds de jaren zestig wordt de rijst niet meer uitgeplant, zoals in tropische paddies gebruikelijk is, maar rechtstreeks op de paddie ingezaaid. Dat gebeurt rond 20 april
Dagelijks worden de omstandigheden gecontroleerd op vochtigheid, want de rijst vraagt een luchtvochtigheid tussen 18% en 20%. Ook de temperatuur doet er toe, onder de 13° kan de rijst namelijk afsterven. Om de luchtvochtigheid te beheersen en de zaailingen te beschermen tegen kou wordt naar behoefte water ingelaten, gemiddeld 10-20 cm. Het water wordt uitgelaten zodra de omstandigheden dat toe laten. De rijst wordt gewoonlijk in oktober geoogst.
Kort daarna wordt het stro verbrand en wordt de grond voorzien van een dekgewas. Aan het eind van de winter wordt de grond geploegd of gekrabd tot een diepte van maximaal 20 cm en vervolgens geëgaliseerd, om volledig waterpas te zijn voor het nieuwe seizoen. De grond wordt dan bemest en er worden geulen gegraven voor de irrigatie en afwatering van de percelen. Pas dan wordt de rijst ingezaaid.
Riz de Camargue is ook in Nederland verkrijgbaar bij de speciaalzaak, ook de rode 'complet'.
Riz de Camargue is herkenbaar aan het IGP-label. Sinds 2000 heeft de rijst deze Europese denominatie, Indication Géographique Protégée (IGP). Toezichthouder is het Syndicat des Riziculteurs de France et Filière.
Riz de Camargue BGA wordt gekookt of gestoomd, als bijgerecht voor de maaltijd of om verwerkt te worden in een romige rijstepap.
Men kende in Frankrijk al in de veertiende eeuw rijst. Het werd voor het eerst genoemd in de de Mesnagier de Paris in 1393. Het werd niet in Frankrijk verbouwd, maar kwam uit Spanje (Valencia) of via Spanje uit de Levant. Volgens Quiqueran de Beaujeu in La Nouvelle Agriculture van 1551 werd er in de zestiende eeuw rijst verbouwd in de Provence. De eerste officiële akte waaruit blijkt dat rijst ook in de Camargue werd verbouwd dateert van exact twee eeuwen later, in een decreet van 23 augustus 1593, waarin koning Henri IV, op advies van zijn minister Sully, de teelt op droeg van suikerriet, meekrap en rijst aan de boeren in de Camargue.
Voor de rijststeelt in de Camargue (Camargue Gardoise, Petite Camargue, Petit en Grand Plan de Bourg) is de indijking van de Rhône van eminent belang geweest. De delta was van oudsher een jacht- en visgebied, omdat de grond zwaar te bewerken en bovendien zout was, te kampen had met storm vanaf zee en de warme mistral. Al in de twaalkfde eeuw legde men dijken aan om de invloed van de zee in te dammen. De indijking werd voltooid in de tweede helft van de negentiende eeuw. Door de aanleg van irrigatiewerken en de toepassing van drainage werd de Camargue een ongekend landbouwgebied. In deze tijd werden de eerste rijstpaddies aangelegd..
De facto was de rijst er niet meer dan een overgangsgewas, en werd deze voornamelijk als veevoer bestemd, om aan het einde van de negentiende eeuw plaats te maken voor wijnstokken. Ondanks dat kreeg de Camargue-rijst in 1855, een médaille d’honneur op de wereldtentoonstelling van 1856.
Pas na de Tweede Wereldoorlog, toen door blokkades geen rijst vanuit de toenmalige koloniën Indochina en Madagascar kon worden aangevoerd, kwam de rijstteelt in Frankrijk weer in beeld. Gedurende de periode van 1955 tot 1965 was Frankrijk zelfs zelfvoorzienend en exporteerde het rijst, zij het op zeer bescheiden schaal.
In 1968 kreeg de Camargue-rijst Label Rouge, dat twee jaar later al werd ingetrokken omdat het ras waarop het label was verleend, niet langer verbouwd werd. Het was een slecht voorteken, want eind jaren zeventig was er van de Franse rijstbouw nauwelijks meer iets over. Een groep boeren die de rijstteelt trouw was gebleven, besloot om in 1981 een campagne te starten om deze in ere te herstellen, oude tradities te herpakken, maar efficient, met moderne irrigatietechnieken, om ook prijstechnisch te concurreren tegen het bestaande aanbod.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat dat maar moeizaam lukte. Vooral de teelt van de langkorrelige rijstvariëteiten geeft veel problemen. Het Centre Français du Riz blijft naarstig zoeken naar variëteiten die het best zijn aangepast aan de zeer specifieke omstandigheden van de Camargue. Naast dat zijn de productiekosten en daarmee de prijs een hinderlijk probleem. Mede daarom hebben de boeren het Europese IGP label aangevraagd, een beproefd marketing-instrument, en hebben meer en meer boeren de keuze gamaakt voor biologische teelt.
In 2000 verwierf de rijst inderdaad het Europese label Indication Géographique Protégée IGP, en sindsdien wordt er door zo'n 180 boeren op 20.000 hectare jaarlijks 66.000 ton witte rijst onder IGP-label geproduceerd, ongeveer een derde van de Franse consumptie van witte rijst.
Bij de promotie van de beschermde rijstsoort hoort een jaarlijks festival, georganiseerd door de Confrérie du riz de Camargue), ieder jaar in september gehouden in Arles.