De Guinea yam is de eetbare wortelknol van Discorea cayenensis, een plant uit het plantengeslacht (Dioscoreae). Van deze en de witte yam zijn alleen geteelde exemplaren bekend. Het is onduidelijk of de witte en gele yam verschillende soorten zijn, met dezelfde voorouder, of de witte yam een ondersoort is van de gele.
Beide zijn hoe dan ook identieke klimplanten die éénmaal stengels vormen en 10-12 meter hoog worden, hebben dezelfde stengel en groeiwijze, bladvorm en bladstand, beide met langwerpige broedbollen van hoogstens 3,5 centimeter lengte. De wortelknollen hebben een gladde schil, zijn soms licht 'behaard'. De Guinese yam is tropisch, verlangt een temperatuur tussen 20 en 30°., bij lagere temperaturen vertraagt de groei.
Om een hoge dichtheid te behalen, worden de planten op zogenaamde bû geplant, die op anderhalve meter afstand van elkaar staan. Zo'n 4.500 planten per hectare, met zo'n 15.00 plantjes, die net als zwarte peper geleid worden.
De plant wordt geteeld vanuit de knollen of delen daarvan van het vorig seizoen. Daartoe wordt 20% van de oogst opzij gezet. Deze worden tussen februari en april geplant, en afhankelijk van bodem- en weersgesteldheid 6-8 maanden daarna geoogst. De oogst moet met zorg gebeuren om de knollen niet te beschadigen. Op de juiste manier geoogste yams 'slapen' hoogstens drie maanden voor ze uit lopen, d.w.z. scheuten vormen.
Terwijl van de witte yam soms een tweede oogst gehaald wordt, is de eerste oogst van de gele yam tevens de laatste. De oogst vindt 10-12 maanden na het planten plaats. De zetmeelkorrels van de witte yam zijn in de regel grover dan die van de gele.
Koop alleen gave yams. Geadviseerd wordt om de wortel donker en koel te bewaren, wat bij weinig yams hoeft. Wikkel de wortels in vochtig krantenpapier of een doek, dan blijft deze zeker twee weken goed. Geraspte knol kan goed ingevroren worden.
In Afrika is het gebruik om de yam te schillen en tot een deeg te stampen. Van dat deeg worden balletjes gedraaid die in een saus gedoopt worden, om doorgeslikt te worden. Doorgeslikt betekent 'zonder de balletjes te kauwen'. Van yammeel maakt men kort voor de maaltijd net als van verse yam balletjes. Dat doet men met heet water. De eetwijze is bekend, niet kauwen, of toch.
West-Afrika is met 95% van de yamproductie absolute marktleider. Nigeria neemt daarvan het merendeelvoor rekening. De yam is voor dit deel van Afrika een belangrijk exportproduct, maar vergeet niet, in West-Afrika bijvoorbeeld eet iedere inwoner bovendien zo'n zestig kilogram yam per jaar. Er is dus een grote interne markt.
In West-Afrika wordt vooral de witte yam verbouwd in Centraal en Oost-Afrika de gele. Daarnaast wordt de yam verbouwd in de Caraïben, Brazilië, delen van Zuidoost-Azië (India, Vietnam) en de Philippijnen.
In slechts enekele landen is d gele yam invasief, Cuba en Panama.
Het woord yam is afkomstig uit het Wolof, een taal die door de Senegalese Wolofs wordt gesproken. Zij noemen de knol nyam, wat onder meer kampioen betekent. In ander West-Afrikaanse talen bestaat een soortgelijk woord dat 'eten' betekent. Het woord is door de Spanjaarden en de Portugezen geleend en in het Portugees 'inhame', en in het Spaans 'iñame', later 'ñame' geworden. Ook het Frans en het Italiaans kent dit woord
De geslachtsnaam Dioscorea is vernoemd naar de Griekse botanicus Dioscorides. De soortnaam cayenensis is gegeven door Lamarck, die de plant vernoemde naar het gebied waar hij deze ontdekte, de Guinese stad Cayenne (Frans-Guyana), waar de knol al sedert de oudheid verbouwd wordt.
De gele yam is rijk aan oplosbare koolhydraten, vitamine C en thiamine Hij is bovendien licht verteerbaar.