Volgens Tanaka, die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de Citrus reticulata en zijn naam aan veel soorten heeft verbonden, stamt de Chinese Ponkan uit India. Dat maakt de Nagpur tot het prototype van de mandarijn? Nagpurs hebben 10-11 partjes (vruchtsegmenten), en een Brix-waarde van 15,4.
De Nagpur is één van de commercieel belangrijkste mandarijnsoorten (santra's) van India, naast de Goorg, de Khasi, de Desi en de Sikkim. Ze zijn alle verwant. Van origine bevatten ze veel zaden, vooral de Khasi santra, tot wel 20 per mandarijn. Van de Nagpur santra zijn intussen pitloze kloinen beschikbaar, die geschikt voor de Europese markt die het niet zo op heeft met mandarijnen die (veel) pitjes hebben.
De Nagpur santra wordt de moessonvrucht genoemd, omdat de boom als een van de weinige tijdens de moessons in juli en augustus bloeit. De boom wordt zo'n 6-7 meter hoog, en ontwikkelt zich vooral in de hoogte. Het is een tropische mandarijn, die niet zo goed tegen kou kan als de meeste andere soorten. Hij gedijt zelfs matig in de warmere streken van de subtropen.
Na een aantal moeizame seizoenen in de jaren '90 heeft een groep boeren uit Maharashtra, waarin Nagpur ligt, zich er over uitgesproken ook de Europese markt te willen veroveren. zou kunnen veroveren. Hierin spelen voedselveiligheid en continuïteit een belangrijke rol. In 2014 hebben zij het certificaat van Good Agricultural Practices verkregen, dat zij als een entreekaartje naar de Europese markt zien. In april van dat jaar verwierven ze ook de GI-status, een label dat vergelijkbaar is met het Europese certificaat voor Geografische bescherming PGI.
Ondanks de reputatie van de nagpur als een uitstekend klimaat voor de teelt van mandarijnen is in 2014 wederom een oogst gigantisch mislukt. Een groot deel van de vruchten is ernstig beschadigd geraakt door hevige regenval, waarop een periode van hitte volgde en de mandarijnenaan de boom beschimmelden.
De Nagpur santra is een late mandarijn, die mocht hij hier verkrijgbaar zijn, zeker niet voor maart verkrijgbaar zou zijn. Ze zijn in India verpakt in bamboe mandjes of kratjes waarbij iedere mandarijn individueel in paraffine-papier gewikkeld is. Nagpurs drogen immers relatief snel uit.
Koop alleen vers ogende mandarijnen, waarvan de schil glanst en niet rimpelt. Een verse mandarijn herken je bovendien door hem op de hand te nemen. Een verse mandarijn voelt zwaar aan voor zijn afmetingen. Hoe lichter, hoe aannemelijker het is dat de mandarijn is uitgedroogd.
Mandarijnen, ook clementines zijn niet lang houdbaar, en zoals gezegd kwetsbaar. De houdbaar is hoogstens 2 weken. Bij kamertemperatuur is een mandarijn na 2 weken uitgedroogd en vaak ook beschimmeld.
De Nagpur santra wordt daarnaast vooral verbouwd, in de heuvels van Darjeeling (West Bengalen) en de westelijke Ghats (Karnataka). Landen waar de mandarijn naar geëxporteerd worden, zijn naast de buurlanden Nepal en Sri Lanka (over de weg), de Golfstaten en - opkomend- Europa, op dit moment vooral het Verenigd Koninkrijk.
Santra is het Indische woord voor mandarijn. nagpur is de verwijzing naar de regio Nagpur in de Indische Himalaya.
De schil is de buitenste beschermende laag van de vrucht en heeft veel smaak. Hij bevat klieren die een geurige olie afgeven. Als een mandarijnschil wordt gebogen, barsten deze olieklieren open en geeft de schil zijn olie vrij.
Onder de schil zit een bittere witte onderschil die veel pectine bevat. Dit sponsachtige witte weefsel heeft een licht bittere smaak, en wordt met de schil verwijderd en wordt niet rauw gegeten. De onderschil zorgt ervoor dat het vruchtbeginsel, dat bestaat uit 7-14 compartimenten, wordt beschermd en niet uit droogt. Ieder compartiment bestaat uit vrucht en zaadjes, omhuld door een sterk membraan.
De binnenschil ontwikkelt zich tijdens de rijping tot een net. Het Latijnse woord voor net is , reticulata, de botanische benaming betekent 'netachtig'.