De Eleutherococcus trifoliatus of Acanthopanax trifoliatus is een klimmende kruid, struik, soms boom, die voornamelijk in gematigde biotopen in Azië voor komt. Het is een lid van de familie Araliaceae, waartoe ook de bergasperge behoort. De plant wordt gebruikt in de volksgeneeskunde vanwege de ginsengachtige effecten. De planten in dit geslacht worden om die reden ook wel de Siberische ginseng genoemd, met name de Eleutherococcus senticosus.
De struik wordt twee tot vier meter hoog, maar de dunne stekelige takken kunnen respecabele lengte bereiken, wel 7-8 meter. De bladeren zijn handvormig, zijn ongeveer drie centimeter lang, en staan op een 3-5 cm lange bladsteel. Het is een bloeiende plant met sferoïdale steenvruchtjes, met een diameter van ongeveer 5 mm. De soort is hermafrodiet (heeft zowel mannelijke als vrouwelijke organen).
Bitter stekelhart komt uitsluitend in het wild voor. De stengels worden gesneden en gedroogd en worden uitsluitend gebruikt worden als ingrediënt voor medicinale kruidenthee. Jonge scheuten worden in Thailand het hele jaar door geoogst en worden rauw gegeten als bijgerecht of gekookt in curry's. De jonge bladeren worden in allerlei gerechten gebruikt, maar vooral in of als thee. De bekendste toepassing is die in Hakka-thee.
Het gedroogde blad is wel verkrijgbaar, vers niet.
het bklad van bitter stekelhart smaakt naar thee, is vrij bitter, ook wanneer je er thee van trekt. In China is men daar meer aan gewend dan wij, eten vaker groenten die bitter zijn. Door muntblaadjes aan de thee toe te voegen, geef je een frisser karakter aan je thee en word je veel minder op het bittere karakter gewezen.
Eleutherococcus is een geslacht van ongeveer dertig soorten doornige struiken en bomen. Ze zijn inheems in het Verre Oosten en verspreidden zich vandaar naar Zuidoost-Siberië en Centraal- en West-China, Japan en de Filippijnen. De plant komt wijdverspreid is in Aziatische subtropische landen zoals India ((Arunachal Pradesh, Assam, Manipur), Thailand, Vietnam en China, Nepal, Japan, Taiwan, en de Filippijnen, in montane bossen en struikgewas tot op meer dan 3.000 meter hoogte
Een Nederlandse naam is er niet, voorover ne te gaan. In guandong wordt hij bitter stekelhart genoemd, in Hunan en Zhejiang sanjkapi.
De taxonomische nomenclatuur is wispelturig. In Chinese botanie is de plant lange tijd ingedeeld in het geslacht Acanthopanax, dat in het westen Eleutherococcus werd genoemd.
De benaming Eleutherococcus trifoliatus is voor het eerst gepubliceerd door S.Y. Hu in de Journal of the Arnold Arboretum no 61: 110 in 1980. Met het epitheton trifoliatus benoemt hij het drielobbige blad.