Zwart komijnzaad is bepaald niet hetzelfde als nigella, het zaad van de Nigella sativa, dat vaak zwarte komijn wordt genoemd. Hoewel het tot dezelfde plantenfamilie behoort, is het ook geen verwante van de gewone komijn Cuminum cyminum. Als botanische naam wordt wel Cuminum nigrum gebruikt, deze is onjuist. De juiste benaming zou Carum persicum zijn, met als synoniemen Bunium persicum en Elwendia persica. Er is het nodige te doen om de botanische nomenclatuur.
De plant is een overblijvende kruidachtige plant uit de familie Apiaceae. Hij wordt circa 70 centimeter hoog en heeft een sterke, geribde stengel. De geveerde blaadjes staan op lange bladstelen. De bloeiwijze is schermvormig met 15-20 bloempjes per scherm. De vruchtjes zijn splitvruchtjes, 5mm lang en gemiddeld 1,5mm breed. Ook deze zijn geribd.
De plant bloeit in de maanden mei en juni. De vruchten rijpen in de maanden juli en augustus. Ze drogen aan de plant, alvorens af te vallen. Ze vallen gemakkelijk af, vooral bij warm en winderig weer. Om grote verliezen te voorkomen, begint men al vroeg in de ochtend met oogsten. Men oogst daarvoor de hele plant, snijdt deze op enkele centimeters hoogte af. De gemaaide planten worden vervolgens een dag of vijf à acht te drogen gelegd. Dat gebeurt op een schaduwrijke plaats, omdat de zon funest kan zijn voor de aroma's.
De opbrengst per plant is vrij gering, enkele grammen per plant. De zaadproductiviteit van hangt af van de groeiplaats en de hoogte boven de zeespiegel. Hoe hoger de groeiplaats, hoe hoger de opbrangst Op 700 m boven zeeniveau oogst men in Oezbekistan 3-8 kg per hectare, op 1500 meter hoogte nog meer.
De gedroogde vruchtjes bevatten 1,5 - 3,0% essentiële olie, die voornamelijk bestaat uit cuminaldehyde., paracymol en carvon. De smaak is licht bitter en zoet-pittig, vergelijkbaar met die van komijn.
Niet alleen de scherpte, maar ook de aroma's in zaden ontwikkelen zich gedurende de rijping. De belangrijkste smaakcomponenten van in India geteeld zaad zijn:
Deze zwarte komijn is in het westen niet algemeen verkrijgbaar. Het merk TRS levert de komijn ook in Nederland onder de naam Shahi Kala Jeera (Black Cumin Seeds)
Hoewel karwei nauw verwant is, moet deze zwarte komijn daar niet klakkeloos mee vergeleken worden. Het aroma doet eerder denken aan majoraan, met een notige ondertoon van sesamzaad. Ideaal voor gebruik op Turks platbrood of Indiase naan.
De plant is inheems in de gematigde tot subtropische zones en wordt in meer tropische gebieden als eenjarige plant geteeld. De wereldwijde verspreiding is voornamelijk beperkt tot Noord-Azië, Noord-Afrika, Zuid-Europa, Zuidoost-Europa, Siberië en West-Azië. De plant komt voor in de hooggelegen gebieden van Iran en sommige delen van Afghanistan, Pakistan en Tadzjikistan, naast India, waar hij onder meer voor komt in Kashmir. Zijn habitat zijn de aride tot semi-aride koude, hoger gelegen woestijngebieden, op hoogten van 1500 tot 3500 meter.
Zwarte karwij was al bij de hindu-bevolking bekend onder de namen sushava en krishna-jiraka vóór de introductie van Europese karwij on India.
Royle is de eerste Europese schrijver die zeera siyah beschreef. Hij noemde de uit Kunawar ingevoerde zaden Carum nigrum (zwarte karwij) 'omdat ze veel donkerder zijn dan gewone karwij'. Hij gebruikte om die reden de letterlijke vertaling van de Perzische naam, die gebruikt werd voor de benoeming van zowel de Bunium/Carum persicum, de Carum carvi als de Cuminum cyminum. Omdat hij daarbij de verbinding gelegd zou hebben met planten die op de vlakte van Kunawar zouden groeien, wordt betwijfeld of het hier wel om de Carum persicum ging, Deze kwam daar niet voor, wel in het zoutgebergte van Punjab.
De Carum persicum staat op de rode lijst van planten in het Himalaya en behoort tot de honderd bedreigde soorten in India. De bedreiging komt deels door ongecontroleerde wildpluk - duizenden verzamelaars zijn er voor hun inkomen van afhankelijk, zij vergaren de hele plant om deze this te drogen - en deels door de klimaatverandering.
De zaden hebben diverse namen, waaronder zwarte zire, zwarte karwij, Perzische komijn, zire kuhi, shah zira, kala zeera, jira, wilde karwij en wilde komijn. De Hindi benaming zeera (zira) komt vermoedelijk aan het Perzische syahi onleend zijn, wat zwart betekent.