Aspartaam is een ook bij consumenten bekende kunstmatige zoetstof, gebruikt in tabletvorm (een zogenaamd zoetje) en in poedervorm. De chemische formle is C14H18N2O5.
Het is stabiel onder droge omnstandigheden, maar instabiel bij langdurige hoge hitte en als gevolg daarvan niet geschikt om mee te koken of te bakken. Aspartaam-acesulfaamzout (E952) wel. Aspartaam is ook onstabiel in waterige oplossingen, waar het geleidelijk wordt omgezet in diketopiperazine (DKP). Daardoor gaat de zoetkracht verloren.
Aspartaam heeft een suikerachtige smaak en versterkt sommige smaken. Combinaties van aspartaam met andere intense zoetstoffen zoals sacharine en/of cyclamaat, smaken zoeter dan verwacht op basis van de som van de afzonderlijke zoetstoffen. In tegenstelling tot sacharine en acesulfaam-K heeft aspartaam geen bittere component of nasmaak.
Aspartaam is opgebouwd uit twee aminozuren, l-fenylalanine en l-asparaginezuur, veresterd met methylalcohol (methanol). Aspartaam wordt verteerd in de dunne darm. Tijdens de spijsvertering wordt het door dezelfde spijsverteringsenzymen als ander eiwitvoedsel afgebroken tot de beide aminozuren - circa vijftig gewichtsprocent fenylalanine, veertig procent asparaginezuur - en methylalcohol
Aspartaam zal nooit puur in de bloedbaan terecht komen. Het lichaam gebruikt de aminozuren om nieuwe weefsels en cellen te maken, net zoals bij de vertering van ander eiwitrijk voedsel.
Het lichaam reageert op dezelfde manier op de fenylalanine en asparaginezuur in aspartaam als wanneer deze afkomstig zouden zijn uit natuurlijke voedingsmiddelen zoals rundvlees, kip, varkensvlees, tofu, vis, bonen, melk, noten, zaden, pasta, volle granen, en groenten zoals zoete aardappelen, waatrin deze in verhouding tot de zoetstof aspartaam in vaak (zeer) hoge doseringen voor komen. Wat de methanol betreft, veel groenten en fruit bevatten ook methanol. Tomatensap bijvoorbeeld bevat ongeveer zes keer zoveel methanol als dezelfde hoeveelheid van een met aspartaam gezoete drank.
Het gebruik van aspartaam is toegestaan in een breed scala van voedingsmiddelen en dranken. Hieronder vallen tafelzoetstoffen (zoetjes), desserts, yoghurt, ijs, bakkerijproducten, jam, conserven, marmelade, frisdranken, snoepgoed, mosterd en sauzen.
In Europa is aspartaam in de volgende hoeveelheden toegestaan in:
Aspartaam is onder meer verkrijgbaar onder de merknamen NutraSweet en Canderel.
Aspartaam is niet stabviek bij droge hitte en kan alleen al daardoor niet worden gebruikt als vervanging van suiker bij bakken of koken. Het wordt meestal gebruikt om warme dranken zoals thee en koffie zoeter te maken.
De aanvaardbare dagelijkse inname bedraagt 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht. De in Europa toegestane gebruiksconcentratie - de hoeveelheid die aan een voedingsmiddel mag worden toegevoegd - varieert van 350 mg/kg (bijvoorbeeld in frisdrank) tot 2000 mg/kg, afhankelijk van het type voedingsmiddel. Met een lichaamsgewicht van 75 kilogram zou je dagelijks en langdurig vijf liter frisdrank met een dosering van 600 mg/kg moeten drinken om de dagelijke inname grens te bereiken.
Hij ontdekte de zoete smaak per ongeluk. Goedkeuring kreeg het niet zonder slag of stoot. Pas in 1983 keurde de Amerikaanse voedselveiligheidsorganisatie FDA (Food and Drug Administration) aspartaam goed voor gebruik in koolzuurhoudende dranken, en in 1993 voor gebruik in andere dranken, gebakken goederen en snoepgoed. Nog weer later, in 1996 trok de FDA alle beperkingen voor aspartaam in waardoor het in alle voedingsmiddelen gebruikt mocht worden.
De goedkeuringsprocedures in de Europese Unie volgende ongeveer hetzelfde tijdpad. In de tachtiger jaren keurden enkele afzonderlijke landen aspartaam goed, de EU-brede goedkeuring door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid volgde in 1994.
Aspartaam is de productnaam afgeleid van de chemische benaming methyl L-α-aspartyl-L-phenylalaninaat. De extensie taam
Fenylalanine is een essentieel aminozuur dat betrokken is bij de aanmaak van signaalmoleculen in de hersenen, zoals dopamine, noradrenaline (norepinefrine), en epinefrine (adrenaline). Fenylalanine kan ook door het lichaam worden gebruikt om het aminozuur tyrosine te maken.
Op producten met aspartaam (E951 en E962) staat ter identificatie voor mensen met PKU de waarschuwing “bevat aspartaam (een bron van fenylalanine)” of “bevat een bron van fenylalanine”, een waarschuwing die mensen zonder PKU kunnen negeren. De aanbevolen dagelijkse inname van fenylalanine en tyrosine sec bedraagt 25 mg per kilogram lichaamsgewicht.
NB. In ons land wordt iedere baby op PKU getest met een hielprikje.
Aspartaam wordt in ons lichaam volledig afgebroken. Er komt geen niet-gehydrolyseerd aspartaam in de bloedbaan terecht. De afbraak gebeurt in het maagdarmkanaal door esterasen en peptidasen. De drie bestanddelen komen daarbij in dezelfde vorm beschikbaar als de aminozuren in natuurlijke bronnen.
De calorische waarde is practisch nihil, minder dan 0,5 kCal per 100 gram.