Deze olifantenyam, ook olifantenpootyam is een andere plant als de olifantenyam uit het plantengeslacht Dioscorea, de Dioscorea elephantum. Het is een plant uit de Aronskelkfamilie, met een wortelknol die wel 50 cm in doorsnede worden, enorm, vandaar zijn naam. In tegenstelling tot de knol van de konjac is deze knol zetmeelrijk (zo'n 25%) en wordt gebruikt om curries, chutneys en pickles van te maken. In landen waar men kan beschikken over echte yams, wordt deze kopie echter beschouwd als inferieur.
De plant, die meer dan anderhalve meter hoog kan worden, heeft één stengel met diep gelobde bladeren die uit staan als een palm. Voordat het zover is, maakt de plant een imposante ontwikkeling door. Uit de knol groeit aanvankelijk één blad, en daar blijft het bij. Het blad sterft af, om in het nieuwe groeiseizoen plaats te maken voor opnieuw één blad, dat een stuk groter is. Na enkele jaren is de plant volgroeid en zal hij voor het eerst bloeien.
Eén bloem vormt hij slechts, of beter gezegd één bloeiwijze, want deze imposante verschijning bestaat uit een grote bloeikolf (radix) omgeven door een trechtervormig schutblad (spatha) van een halve meter in doorsnede. De bloeikolf is geelgroen, met een kastanjebruine tot paarse knop, waaraan hij de bijnaam penislelie dankt. Omdat hij niet prettig ruikt, heeft hij nog een tweede naam, die van 'stinkende lelie'. De bloei is kort, duurt slechts enkele dagen, en vindt plaats in het voorjaar, ergens tussen maart en juli. De penetrante geur, die bedoeld is om insecten te trekken en doet denkend aan de geur van rottend vlees, verdwijnt zodra de plant bestoven is.
De olifantenyam gaat vanaf dat moment een nieuwe fase van ontwikkeling in, één waarbij hij zijn palmvormig uiterlijk krijgt. Intussen groeit de knol uit tot enorme afmetingen, en een gewicht tot wel 25 kilogram. De knol wordt gemiddeld in het derde jaar geoogst.
Van de olifantenyam worden de knol en de jonge bladeren en bladstelen gegeten (Indonesië en de Philipijnen). De knol is hier nauwelijks verkrijgbaar, al wordt hij met regelmaat aangeboden. Koop alleen gave, verse exemplaren. Wees voorzichtig, het sap kan irritaties veroorzaken (zie hierna).
Vooral de indiase keuken kent veel recepten met olifantenyam, variërend van gefrituurde chips en curries tot verfijnde bereidingen, waarbij de yam niet gefrituurd wordt maar gegrilld. Snijd de knol in plakken, en verwijder vervolgens de schil, dezelfde techniek als voor het bereiden van bijvoorbeeld knolselderij wordt gebruikt. Snijd de plakken in gelijke blokjes, en spoel deze in ruim water.
De internationale rode lijst van de IUCN vermeldt dat er geen signalen zijn dat de plant ergens ter wereld bedreigd wordt. Hij is daarom in deze lijst opgenomen als "least threatened". Hij is ook nergens als invasief bekend.
De geslachtsnaam Amorphophallus is een combinatie van de woorden amorf van het Griekse woord voor vormloos 'amporpos', en phallus, het mannelijk geslachtsdeel, bedacht door de Nederlandse botanicus Blume in 1834. Hij noemde deze soort Amprophophallus paeniifolius. Het epitheton is samengesteld uit de naam van het plantengeslacht Paeonia en het Latijnse folium, dat blad betekent, doelend op 'met bladeren zoals planten uit het Paeonia-geslacht'.
Uit betrouwbare bronnen blijkt dat de gezondheidsclaims terecht zijn. De knol bevat weinig vet, veel eiwitten en zetmeel. Hij bevat daarnaast veel mineralen, zoals calcium en fosfor, naast vitamine A (260 IU ) en B6.
De knol bevat calciumoxalaatkristallen. Dit is een giftige stof die het mondgevoel geeft van honderden kleine naaldjes. Calciumoxalaat wordt gemakkelijk afgebroken, hetzij door grondig koken, hetzij door volledig droging. Daarna is het veilig om de plant te eten.
Dat betekent dat de knol onder geen beding rauw gegeten kan worden. De wilde soort moet na het snijden eerst in water geweekt worden om de ergste bitterheid weg te krijgen. De knol wordt altijd gesneden gekookt, gebakken of gefrituurd of gedroogd voor later gebruik. Het sap kan huidirritaties veroorzaken, draag daarom handschoenen bij het bereiden van deze knol. Wanneer de stukjes knol gefrituurd worden, volstaat het om de knol kort voor te koken.
Respecteer het copyright !