Karamellisatie vindt plaats bij de droge verhitting van voedingsstoffen die een hoog gehalte aan suikers (carbohydraten) bevatten.Deze suikers karamelliseren bij een bepaald temperatuur, afhankelijk van het type suiker en de zuurgraad (pH).
De karamelisatie is mede afhankelijk van de chemische omgeving waarin de karamellisatie plaats vindt. Door deze aan te passen te en kan de reactie beïnvloed worden. Zoals door de zuurgraad (pH).
De mate van karamellisatie is gemiddeld gesproken het hoogst bij een neutrale pH (7) en versnelt sterk in een basische (>9) of een zure (<3) omgeving.
De vorming van draden geeft aan dat de suiker gesponnen kan worden, bal geeft aan dat de suiker makkelijk gevormd kan worden en kraak dat de suiker hard wordt na afkoeling en gebroken kan worden. Alleen wanneer de suiker kleurt, wordt gesproken van karamel.
Met onderstaande tabel worden de stappen verduidelijkt:
Onzuiverheden drijven naar het oppervlak, 100 °C
Geen verkleuring, zachte koeling, geen smaakverandering, gebruik in frostings, 102°C.
Geen verkleuring, zachte koeling, geen smaakverandering, gebruik in preserves, 104°C.
Geen verkleuring, semi-zachte koeling, geen smaakverandering, gebruik in romige snoepvulling, Italiaanse meringue, fondants, fudge en marshmallow, 110-115°
Geen verkleuring, stevige koeling, geen smaakverandering, gebruik in half-zachte snoep, 119-122°C.
Geen verkleuring, stevige koeling, geen smaakverandering, gebruik in half-zachte snoep, 129°C.
Lichte verkleuring, harde koeling, geen smaakverandering, gebruik in butterscotch en harde snoep, 165-166°C.
Lichte verkleuring, scherven na koeling, geen smaakverandering, gebruik in harde snoep, 168°C.
Lichte caramelkleur, rijke caramelsmaak, 180°C.
Goudbruin tot kastanje, rijke caramelsmaak, 180-188°C.
Donkere kleuring, ruikt verbrand, gebruikt voor kleuring, 188-204°C.
Wordt ook wel "apenbloed" genoemd, bijna verbrande karamel. Te gebruiken als 'black treacle'. Wordt hoofdzakelijk in de voedingsindustrie gebruikt.
Respecteer het copyright !