De kegeltjes worden gemaakt met het tamalablad een 'laurierblad' afkomstig van een kaneelboom, de Cinnamom malabatrum, of vazhana-blad, beter bekend als malabathrum.
Kerala is een gebied in het uiterste zuidwesten van India, met een eigen taal, het Malayalam. Deze deelstaat van India heeft ruim 30 miljoen inwoners. Dit gerecht is erg populair als snack, en dankt zijn heerlijke smaak aan de manier waarop de smaken en aroma's van jackfruit en de malabathrum samen gaan.
Kook de stukjes jackfruit met de gemalen kokos, de suiker en een gelijke hoeveelheid gevijzeld kardamom- en komijnzaad, met een scheutje water, en laat dit mengsel afkoelen.
Rooster de rijstebloem
Meng de jackfruitmassa met net genoeg rijstebloem om een deeg (appam) te kunnen vormen. Wees spaarzaam met bloem. Zorg dat het deeg soepel is, en voeg eventueel wat water toe.
Vouw een puntzakje van vazhana-blad en zorg er voor dat een deel van het blad gebruikt kan worden als sluiting. Vul het blad met een bolletje deeg en zet het blad vast met behulp van een bamboe prikkertje.
Stoom de pakketjes gaar. De kooktijd hangt af van de maat van de kegeltjes en de hoeveelheid gebruikte bloem, maar duurt een half uur tot drie kwartier. Prik van tijd tot tijd in een pakketje om de gaarheid te controleren. Wanneer je er een prikkertje in steekt en deze blijft schoon, dan is de kumbilappam gaar.