Zāodàn is een geconserveerd ei, niet in zout of zuur, maar in rijstewijn. Het ei wordt gedurende vijf maanden in rijstewijn gelegd, gedurende welke de schil vrijwel op lost. De smaak is aanvankelijk vrij zout, maar al snel overheerst de smaak van de rijstewijn.
Het mengsel waarin het ei wordt gepekeld bestaat uit rijstwijn, (wat) zout, azijn en donkere suiker. De fermentatie vindt plaats bij kamertemperatuur. De eieren worden eerst op grootte geselecteerd, zodat batches kunnen worden gemaakt van eieren van één formaat. dan worden de eieren schoongemaakt en vervolgens gekookt. Soms worden de schillen gekraakt, voorzichtig, opdat het membraan intact blijft. Maar meestal is dat niet het geval. Tijdens het proces zal de schil sowieso oplossen en het membraan als enige 'verpakking' over blijven.
Er zijn ook een typen zāodàn waarbij het ei niet vooraf gekookt wordt. Dat is het geval met Pínghú zāo dàn 平湖糟蛋, uit de provincie Zhejiang - als enige niet voorgekookte soort met gekraakte schil - en Xufu zāodàn, uit Szechuan.
De oplossing bestaat traditioneel uit een mengsel van gele rijstewijn (25 vol % alcohol) met 5% zout, 5% bruine suiker en 10% rijstazijn. Soms wordt een deel van de rijstewijn vervangen door Baiju, een distillaat van graan.
Er zijn diverse varianten op dit thema, waarbij gebruik wordt gemaakt van sojasaus. Het gebruik van sojasaus (en kruiden) heeft vooral smaak ten doel, de meeste eieren die zijn bereid in een marinade met sojasuas zijn geen 'bewaareieren', maar gerechten, zoals de Indonesische telurs.
Respecteer het copyright !