De keuken van Lìjiāng onderscheidt zich, zoals de bevolking zich onderscheidt. Sinds de jaartelling wonen er de Nàxī, een vanouds nomadisch volk uit het noordwesten van China. Zij verdreven de plaatselijke bevolking van de vruchtbaarste gebieden in Szechuan en Yunnan naar hoger gelegen gebieden. Het volk viel daarbij uiteen in drie groepen, waarvan de Bái in het naburige Dali terecht zijn gekomen en de Mosuo bij het Lugumeer. De Nàxī behoren tot de 56 door de Chinese overheid 'erkende' etnische minderheden. Ze zijn van oorsprong matriachaal, hebben een eigen taal en schrift, het Dongba, een eigen muzikaal handschrift, dat Dongjing heet en een eigen religie, de Baishaxiyue. Hoewel veel van de oorspronkelijke cultuur behouden is gebleven, is de matriachale structuur onder het communisme vrijwel verdwenen. Er wonen naar schatting 300.000 Nàxī in China, waarvan tweederde in de regio Lìjiāng.
In de dertiende eeuw schakelden de Nàxī over van landbouw naar veeteelt en nijverheid, en ontwikkelden ze een feodale kasten van heren en slavernij. Onder de toen heersende Ming dynastie was een controlerende rol weggelegd voor de Mu familie, wier rol uitgespeeld is bij de vestiging van de Qing-dynastie in de achttiende eeuw.
De cultuur van de Nàxī is veel ouder dan de stad zelf, die pas in de achttiende eeuw door de Lìjiāng Junmin prefectuur op een berghelling tussen twee rivieren gesticht werd. De nieuwe stad Lijang verving de oude, Baisha, dat op de zuidelijke Zijderoute, de oude Theeroute, lag, enige kilometers noordelijker. Het nieuwe Lìjiāng kreeg een voor die tijd uiterst moderne opzet. Het omvatte een bestuurlijk centrum, scholen en een commercieel district. De ligging ten opzichte van de rivieren werd ten volle benut om een rioleringssyteem te maken met een ingenieus kanalenstelsel en wadi's in de straten. Het fijnmazige netwerk van kanalen maakte de bouw van 354 bruggen en bruggetjes nodig, wat de Lijang de titel "stad der bruggen" op leverde.
Het watersysteem is uniek. Ieder pand in de stad is aangesloten op de natuurlijke waterbronnen, waarvan sommige in de stad zelf liggen. De indeling van de woning is ingesteld op de stedenbouwkundige opzet. De keuken ligt traditioneel aan de achterzijde van de woning, en kraagt uit over het kanaal waarop het af voert. Een huis heeft een binnenpatio om altijd in contact met de buitenwereld te staan. De patio heeft drie muren en één open zijde, die kan worden afgesloten met een scherm.
De Nàxī-keuken is kruidiger dan de meeste Yunnan-keukens. De Nàxī kennen drie maaltijden per dag, waarbij het ontbijt bestaat uit brood en een specialiteit: gekookte rijstcake. Andere specialiteiten zijn gelaagde broodjes, baba's, en bleke bloedworst, báiròuxuě.
De keuken kent de sporen van de internationele betrekkingen via de Zijderoute, het gebruik van (Tibettaanse) boterthee is daar één van.