De Chios Mastiha (mastiek) wordt gebruikt in de pannacotta zelf. De kweepeer vergezelt deze heerlijke pannacota, in de vorm van een lichte gelei, eventueel vergezeld van een partje (kwee)peer. Geef een schaal met extra partjes erbij voor de kweepeer-liefhebber.
Verwarm de oven voor op 140° voor de bereiding van de kweeperen.
Zorg dat de mastiekdruppels door en door koud zijn, door ze een dagje in de vriezer te houden alvorens ze te verwerken. Maal de mastiekdruppels fijn tezamen met wat suiker, zodat de harsdeeltjes niet aan elkaar verkleven.
Los de gelatine op in koud water.
Kneus de kardamom, zodat je deze er na de bereiding uit kunt halen, maar toch alle smaak af geeft. Schil de kweeperen en verwijder de klokhuizen. Werk snel en voorkom dat de kweepeer verkleurt. Snijd de kweepeer in partjes en doe deze in een stevige pan. Voeg er de suikersiroop (1 deel water 1 deel suiker) aan toe, de gekneusde karadamompeulen en de vanille.
Dek de kweepeer af met een papieren cartouche en sluit de pan. Zet de kweepeer 3 tot 4 uur in de oven en kook deze robijnrood. Zet de kweepeer in de koelkast.
Warm intussen de room op met de suiker (of basterd) en de mastiek. Laat het mengsel niet koken, en wacht tot alle suiker en mastiek zijn opgelost. Roer er dan de uitgeknepen gelatine van het vuur af doorheen en los ook deze op. Giet het mengsel vervolgens in een kom en laat het in een bak met ijs afkoelen.
Nadat de pannacotta tot kamertemperatuur is afgekoeld, wordt de pannacotta in vormpjes gegoten en tenminste een uur in de koeling weggezet om op te stijven.
Stort de pannacotta uit in een dun laagje kweepeergelei, en serveer er partjes kweepeer bij.
Respecteer het copyright !