De gebruikelijke hoofdindeling kent vijf categorieën:
Bún wordt altijd van rijst gemaakt, mì van tarwe. In alle andere noedels zijn (ook) andere granen verwerkt, veelal tapioca, maar ook sorghum of zelfs zoete aardappelen. deze laatste zijn dieppaars van kleur.
Nog enkele Vietnamese woorden/begrippen: bột, betekent meel, bột gạo rijstemeel, bột mí tarwemeel, bột loc tapiocameel, bột dong cannameel en khoai lang, meel van de zoete aardappel.
Het noorden van Vietnam maakte tot de negende eeuw deel uit van het Chinese rijk. Het zuiden van Vietnam behoorde tot het begin van de negentiende eeuw tot Angkor, het huidige Cambodja. Sinds de 13e eeuw oefende het in het noorden van het huidige land gevestigde Đại Việt (Vietnam) zijn invloed uit op Cham, het latere Zuid-Vietnam, dat ze in 1834 annexeerde.
In het zuiden is vooral Bánh canh (van tapioca- en rijstmeel) populair, net als Hủ tiếu, een van origine Cambodjaanse noedel, net als Bánh canh van taopioca en rijst gemaakt. In het noorden Phở.