Canna (achira of pijlwortel) is een tropische en subtropische plant met zetmeelrijke rhizomen, die behalve in China en Vietnam ook in de Andes, waar hij zijn oorsprong heeft, voor consumptie wordt gewonnen, daarbuiten ook wel als veevoer. De fabricage van noedels uit canna-zetmeel is specifiek Vietnamees. Eén van de redenen is 'prijs'. De totale productiekosten van cannanoedels zijn 60-70% goedkoper dan die van mungnoedels.
Een andere, zeker niet onbelangrijke reden, is de kwaliteit van het canna-zetmeel. Dankzij de grote zetmeelkorrel zet deze snel, en behoudt het product zijn vorm, ook wanneer de noedels gekookt worden. Dat komt door het hoge gehalte amylose. Je moet er op kauwen. Ook de transparantie, een belangrijk kenmerk van glasnoedels, is zeer stabiel.
De noedels worden gesneden uit dunne, gestoomde vellen, en niet zoals glasnoedels van bijvoorbeeld rijst geët;rudeerd of getrokken. Het vochtgehalte van canna-noedel bedraagt 18-21%.
Vietnam kent ook een glasnoedel van mungbonen. Deze van origine Chinese noedel wordt in Vietnam bún tàu of bún tào genoemd. Mungnoedels maken maar een klein deel uit van de Vietnamse glasnoedelproductie en -consumptie, die beheerst wordt door de miến dong riềng.
Cannanoedel is ook in ons land te koop. Mien dong wordt aangeboden onder de naam Arrowroot vermicelli (pijlwortel vermicelli) onder andere van het merk Mi Dove.
Cellophaannoedels, ook deze soort, dienen eerst in warm water geweekt te worden, minimaal een kwartier. Door het weken worden de noedels doorschijnend, en dat blijven ze ook na koken. Er zijn twee technieken: de mie wordt hoogstens twee minutren meegekookt, de mie wordt met kokend water overgoten, en blijft daar een paar minuten in staan.
De canna wordt traditioneel verbouw door de 'minderhden' in het bergachtige noorden. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de productie sterk toegenomen door de populariteit van de canna-noedel. Momenteel is de glasnoedel van canna de standaard in heel Vietnam.
Het centrum van de glasnoedelproductie ligt in de directe omgeving van Hanoi, waar glasnoedels van oudsher basisvoedsel zijn, in dorpen als Cu Da en Tanhoa. Het dorp Cu Da wordt wel het noedeldorp genoemd. Ongeveer drie kwart van alle gezinnen leeft er van de noedelindustrie.