Cuajada is het voltooid deelwoord van cuajar, dat 'stollen' betekent.
Op Amerikaanse bodem was geen enkel inheems schapensoort gedomesticeerd, nog altijd niet. Het eerste gedomesticeerde schaap op Amerikaanse bodem was het schaap dat Columbus bij zich had, vrrmoedelijk een Churra. Het zou nog vele jaren duren voor er meer schapen werden aangevoerd. Cortés bracht er een aantal mee naar Mexico in 1515.
Het schaap heeft in Zuid-Amerika geen furore gemaakt, hoewel er miljoenen dieren gehouden worden. De vraag naar schapen- (en geiten-) vlees is vrij gering, en naar melk al helemaal. De meeste schapenmelk is bestemd voor de productie van kaas.
De in Colombia zeer populaire cuajada wordt zowel van schapenmelk als van koeienmelk gemaakt. Het is een exacte kopie van het overzeese kaasje, hooguit de vorm verschilt. Verkrijgbaar als kwarkkaas voor gebruik als nagerecht, en als vaste(r), vochtige kaas voor bij bonengerechten of op tortilla's, en als ingrediënt van de beroemde Colombiaanse bizcochos de aricha (canna-koekjes).
Als nagerecht wordt het kaasje graag geserveerd in een badje van melao, een klassieke panella-siroop en met stroperige vijgen..
Voor het recept van het verse kaasje verwijzen we naar het artkel over de Spaanse cuajada (op basis van schapenmelk).
Respecteer het copyright !