De besjes lijken veel op de besjes van de Aziatische geelhoutbomen, zoals szechuanpeper. Ze zijn vrij klein en smaken iets bitterder, maar zijn minstens zo scherp, net als de plant.
De uzazi is een zeer doornige plant, die soms maar een meter of vier hoog, maar wel 40 meter hoog wordt. Het is een snelle groeier. Als volgroeide boom - ook bekend onder naam Afrikaanse satijnboom - heeft hij een open kroon op een ranke, ovale stam. De eerste 15 à 20 meter heeft de boom in de regel geen vertakkingen. De stam is net als de takken bedekt met grove, verhoute doornen. Dat is karakteristiek voor het Zanthoxylumgeslacht.
De uzazi heeft geveerde bladeren die uit wel vijftig blaadjes kunnen bestaan. De bladeren hebben doornen, in het hart van het blad geplaatst. Deze zijn verhout en daardoor zeer venijnig. Pas vanaf het tiende jaar bloeit de plant. De bomen zijn mannelijk of vrouwelijk, beide zijn nodig voor zaadvorming.
De bloemen zijn crème-kleurig tot geel, en groeien met 20-30 tegelijk aan trosjes. De besjes zijn 3,5 tot 6 mm groot en bevatten één, zwart zaadje. Ze kleuren rood wanneer ze rijp zijn. Doordat de besjes zo klein zijn en het zaadje relatief groot, valt het zaadje er meestal niet uit wanneer het besje opensplijt.
De besjes zijn vrij scherp, scherper dan szechuan, en bevatten net als alle szechuan-pepers de scherpe stof (alkaloïde) sanshol. Omdat de zaadjes vrij vast in het pericarp zitten, koop je de peper mét zaadjes, die zowel voor extra scherpte als voor enige bitterheid zorgen. In Nigeria gebruikt men mestal maar enkele besjes tegelijk in een gerecht.
De uzazi groeit in vochtige bossen en regenwouden, maar ook op savannes, tot op een hoogte van 2.400 meter. Het hout van de boom is geliefd als hout voor het maken van meubels. Traditionele genezers in Kameroen en Congo gebruiken extracten van de bast van de uzazi en die van de olon (Zanthoxylum heitzii) als middel tegen malaria.
In sommige regio's staat de uzazi onder druk (IUCN: Least concern), omdat deze gekapt voor het hout, zowel om het als zodanig te gebruiken en voor de productie van houtskool. Ook is de oogst van de bast in sommige regio's dermate intensief (omdat de boom er weinig voor komt), dat de populatie terug loopt. In Kenia daarentegen is men succesvol met nieuwe aanplant, en is de populatie daardoor vrij stabiel.
De naam uzazi is afgeleid van het Igbo. Uzazi betekent 'zaadje'. Veel bronnen ook wetenschappelijke, hebben moeite met het onderscheiden van de woorden 'uzazi' en 'uziza'. De laatste wordt gebruikt voor de bladeren van de Ashantipeper, die onder meer in Uziza-soep gebruikt worden.
De geslachtnaam is afgeleid van de Griekse woorden xanthos, dat 'geel' en xylon, dat 'hout' betekent. De reden daarvoor is de gele kleur van het hout en de binnenkant van de dikke bast. In sommige regio's worden de wortels als kleurstof gebruikt.