De plant wordt vooral medicinaal gebruikt, vooral de wortels, bladeren en takken worden gebruikt. De besjes lijken veel op de besjes van de Aziatische geelhoutbomen, zoals de Xanthoxylum bungeanum of simulans. De gedroogde szechuan-besjes bevatten minder zaden dan die van de ata. Net als die van de eveneens Afrikaanse uzazi en de Indonesische andaliman springen de zaadjes niet weg wanneer de besjes open breken. Daardoor is igi-ata vaak wat bitterder dan szechuan of sansho.
De Zanthoxylum zanthoxiloides is een zeer doornige plant, die soms maar een meter of vier hoog, maar ook wel 20 meter hoog wordt. Hij is sterk vertakt. De grijze stam is bedekt met grove, verhoute doornen die afvallen om plaats te maken voor een kurkachtige bast
De igi-ata heeft geveerde bladeren die uit wel vijftig blaadjes kunnen bestaan. De takken zijn bedekt met doornen, en de bladeren hebben eveneens doornen in het hart van het blad, soms ook niet. Vanaf het tiende jaar bloeit de plant. De bomen zijn mannelijk of vrouwelijk, beide zijn nodig voor zaadvorming.
De bloemen zijn crème-kleurig tot geel, en groeien met 20-30 tegelijk aan trosjes. De besjes zijn 5-6 mm groot en bevatten één, zwart zaadje. Ze kleuren rood wanneer ze rijp zijn, waarbij de twee schalen zich openen.
Het groeigebied is de savanne, en in lagere delen van bergachtig en bosrijk gebied. De wortels, bladeren en takken worden ook elders verkocht, zoals in Ivoorkust, Ghana en Nigeria. Traditionele genezers in Kameroen en Congo gebruiken extracten van de wortels en de bast onder meer als middel tegen malaria.
De wilde peper is vrij zeldzaam, mede doordat de plant onder druk staat als gevolg van ongecontroleerde exploitatie voor medische doeleinden. De plant komt niet voor op lijst van bedreigde plantensoorten (IUCN)
De naam igi-ata is Yoruba, ata is een algemeen woord voor peper, igi het woord voor boom, boom-peper derhalve. Het Yoruba-woord voor bes is eso.
De geslachtsnaam Zanthoxylum is afgeleid van de Griekse woorden xanthos, dat 'geel' en xylon, dat 'hout' betekent. De reden daarvoor is de gele kleur van het hout en de binnenkant van de dikke bast. In sommige regio's worden de wortels als kleurstof gebruikt.
Soms domineert α-pineen, soms citronellol of β-ocimene. Hiermee verschillen de igi-ata besjes van die van bijvoorbeeld szechuan, waarvan de samenstelling veel constanter is.
De schilletjes bevatten per 100 gram 90 mg calcium, 41 mg fosfor, 2 mg ijzer, 10 mg natrium, 46 mg kalium, 52 mg magnesium en 55 mg koper. Onderstaande gegevens zijn afkomstig van de Indonesische andaliman en hebben betrekking op de gedroogde, hele vrucht, inclusief de zaden.