De lemon-myrtle heette vroeger de 'naar citroen ruikende mirte' een -zoals je zult begrijpen, voor de handel onhanteerbare naam, vandaar de verkorting. Overigens is het aroma een mixture van citroen én limoen. Hoewel deze mirte een plant is uit het mirtegeslacht is hij wel verwant, maar niet meer dan dat, aan de gewone mirte.
De citroenmirte of Backhousia citriodora is inheems in het tropische regenwoud van New South Wales en Queensland in Australië, en wordt tot het inheemse bushvoedsel gerekend. De plant komt voor in het gebied tussen Mackay en Brisbane. Citroenmirte is een kruid, volgens de definitie van een kruid omdat het de blaadjes als smaakmaker gebruikt worden en niet de vruchtbeginselen of de besjes, zoals bij de gewone mirte het geval is, hoewel ook de vruchtjes en de bloemen gegeten worden.
De Bakhousia citriodora is een traag groeiende boom, die wel twintig meter hoog en acht meter breed kan worden, maar meestal lang zo groot niet is, eerder een mete of vijf bij drie. Hij is groenblijvend, en heeft in november en december (zuidelijk halfrond) roomwitte bloemen in gesteelde clusters. De appelgroene bladeren zijn 5-12 cm lang. De plant is hard, kan goed tegen droogte, reden waarom hij zelfs hier verbouwd kan worden. Sommige boeren plukken alleen jong blad, anderen plukken het hele jaar door, minder selectief jong en ouder blad, in diverse oogstgangen.
De bladeren van de citroen-mirte ruiken en smaken naar citroen dankzij de citral. Het blad - ongeacht in welk seizoen, en ongeacht of het blad jong is of niet, bevat 4-5% etherische olie, 90% of meer bestaande uit citral. De z-isomeer neral vormt 32-40%, de E-isomeer geranial 46-60%. Het citralgehalte is aanzienlijk hoger dan dat van directe concurrent citroengras (sereh), citroen-mirte bevat in tegensteling tot sereh geen limoneen.
Citroenmirte is in diverse uitvoeringen verkrijgbaar, als vers blad, gedroogd blad, poeder en als olie.
Het blad gebruikt in alpinepeper, een kruidenmengsel met Tasmaanse peper, heerlijk bij visgerechten. Vaak wordt in plaats van citroen mirte sumac gebruikt, dat is ook een zuurtje, dat wel. Gebruik het alpine-mixture in plaats van citrus in zuivelproducten, het grote voordeel ten opzichte van citrusfruit is dat de zuivel niet kan schiften. Kook het niet te lang mee, hoogstens tien minuten, anders vervliegen de citrusaroma's en gaan de eucalyptustonen de overhand nemen.
Doseer citroen-mirte met mate.
De etherische olie in citroen-mirte is zeer vluchtig. Koop niet teveel tegelijk,en bewaar het op een koele, donkere plek, in een goed afgesloten verpakking.
De Backhousia citriodora groeit van nature in het zuidoosten van New South Wales en het zuidoosten van Queensland, in Australië. Het groeigebied bevindt zich tussen Mackay en Brisbane en ligt deels in tropisch regenwoud, deels in gematigd klimaat.
Tijdens de Tweede wereldoorlog is het mirteblad voor het eerst commercieel gebruikt, in een gaseuze. Qua prijs delfde het blad het onderspit tegen het goedkopere sereh en tropische verbena. Pas in de jaren negentig verwierf citroenmirte een vaste plek in de Australische keuken, en werd de plant (zeer) grootschalig aangeplant. Het merendeel is biologische teelt.
Tegenwoordig is 90% van de oogst bestemd voor de Europese en Amerikaanse markt, waarvan het grootste deel is bestemd is voor de thee-industrie.
De plant is vanuit Europees perspectief 'ontdekt' en benoemd door Baron Von Müller in 1853. De geslachtsnaam Backhousia is de latinisering van de naam van de botanicus James Backhouse. Het epitheton citriodora betekent citroengeur.
Bevat foiliumzuur, vitamine A en E (21 mg/100 gram) , zink en magnesium. Citroenmirte bevat meer luteïne dan avocado, het zesvoudige, 6,5 mg/100 gram droog gewicht.
Respecteer het copyright !