De kudzu bloeit van juni tot september. De paars-blauwe bloemen van de kudzu groeien in een rechtopstaande pluim. Iedere pluim is 10 tot 25 cm hoog en bestaat uit een tachtigtal afzonderlijke bloemen. Tot wel 80 bloemen. Ze geuren aangenaam, naar druiven.

In Japan wordt de kudzu-bloesem één van de zeven herfstbloemen - aki no nanakusa - genoemd. Ze worden veelvuyldig afgebeeld. De zeven frequent afgebeelde herfstbloesems zijn:

• asagao (Ipomaea purpurea),
• fujibakama (Eupatorium fortunei),
• hagi (Lespedeza bicolor),
• kudzu,
• nadeshiko (Dianthus),
• obana (Miscanthus sinensis), en de
• ominaeshi (Patrinia scabiosaefolia).

De kudzu-bloem is de enige eetbare van dit septet. De bloemen worden in salades gebruikt, als salade gegeten (geblancheerd en op smaak gebracht met een mengsel van rijstazijn en shoyu - japansesojasaus, maar er worden ook gerechten mee gemaakt, bijvoorbeeld kudzu-hgelei of -marmelade.

NB. De kudzu-bloemen hebben veel weg van de bloemen van de Wisteria, en worden daar refgekmatig mee verward.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

De kudzu groeit hier niet in het wild, en wordt voor zover bekend in ons land niet als gewas verbouwd. Hij is wel verkrijgbaar als sierplant. Voor de eetbaarheid van de bloesem maakt dat op zich niet uit. Denk er wel aan dat de plant die je koopt, vrijwel zeker niet voor consumptie is bedoeld en bespoten kan zijn.

De wilde kudzu komt wel voor in Italië en Zwitserland.