De achachairú (Garcinia humilis) is een naar magistan-begrippen kleine boom. Hij wordt vijf tot tien meter hoog en heeft een pyramidale kroon. De bladeren zijn smal en puntig met een duidelijk zichtbare middennerf. De vrucht is vrij klein (vier bij zes centimeter) en eivormig, met een goudgele tot oranje schil, die minder hard is dan de schil van een (paarse) mangistan, en doet denken aan de schil van mandarijn, maar dan steviger.
De boom draagt zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen, en is zelfbestuivend. De bloemen staan in clusters van gemiddeld vijf aan het uiteinde van jonge takken (eindknoppen) of in de oksels van takken (okselknoppen). De roomwitte bloem bestaat uit vier kelkbladeren en vier bloemblaadjes. De vrouwelijke bloemen zijn tweemaal zo groot als de mannelijke bloemen (15-35 mm vs 9-12 mm.
De vruchten zijn 4-6 cm in doorsnede en 6-8 cm lang. Meestal heeft de vrucht één zaad, grotere vruchten soms twee. In Bolivia is het achacha-seizoen van december tot maart, in het noordoosten van Brazilië van februari tot april, en in de Cerrado in de maanden oktober en november.
De smaak van de achacha is vergelijkbaar met die van de charichuelo, ook een mangistan: zoet. Hij is rijk aan vitamine C, en bevat weliswaar tannines, de onrijpe vrucht meer dan de rijpe vrucht, maar is niet bitter.
De vrucht wordt hoofdzakelijk in Bolivia verkocht, het enige land waar de vrucht in het wild voor komt én verbouwd wordt. Wanneer je een nog onrijpe vrucht koopt, wees gewaarschuwd, het afrijpen kan een week of vier in beslag nemen. De vrucht is in ons land (nog) niet verkrijgbaar (de Australische 'achacha' is de vrucht van een andere mangistansoort, de Garcinia brasiliensis).
De vrucht wordt als handfruit gegeten. Je opent de vrucht door hem eenvoudig weg in tweeën te breken. je kunt ook een insnede maken rondom maken met een mesje. Het witte vruchtvlees komt gemakkelijk los, en laat zich anders wel met een lepel uitscheppen. De vrucht wordt gegeten als een lychee.
Ook de schil is smakelijk. Er wordt onder meer thee van gemaakt.
De vrucht is goed houdbaar.
Jaarlijks wordt in Bolivia, in Porongo, een festival ter ere van de vrucht gehouden, die daar niet aleen in het wild voor komt, maar ook wordt verbouwd. Ook komt de boom voor in Brazilië, in de omgeving van Rio de Janeiro in Brazilië en in het grensgebied met Paraguay.
Sinds 2012 zou de vrucht commercieel verbouwd worden in Australië. In vriujhwel alle communicatie wordt aangegeven dat het gaat om de Garcinia humilis, maar waarschijnlijker gaat het hier om de Garcinia brasiliensis of Garcinia gardneriana. Dezelfde vrucht heeft ook zijn weg naar Guatemala gevonden, en naar zeggen wordt de teelt ook in India (Kerala) opgestart.
* Kew science: Guyana, Haiti, Jamaica, de boven- en benedenwindse eilanden en Trinidad-Tobago.
Achachairú betekent 'honingzoete kus' in de inheemse Guaraní taal.
Respecteer het copyright !