De Mammea americana is lid van de Calophyllaceae-familie, een tropische plantenfamilie met 475 plantensoorten, verdeeld over veertien geslachten. Het geslacht Mammea telt een vijftiental plantensoorten
Er zijn nog meer mammi's, zoals de verwante Afrikaanse mammi appel (Mammea africana) en de bijna identiek ogende vrucht van de mame sapote boo (Pouteria sapota), die in Centraal Amerika groeit, geen familie van de beide Mammea's.
De Mammea is groenblijvend en kan wel 20 meter hoog worden. De lichtbruine vrucht is een bes, geen steenvrucht, en heeft een drie millimeter dikke, leerachtige schil. Het vruchtvlees is oranje of oranjegeel en niet vezelig en bevat twee à vier zaden (2,5 - 4 cm lang). De onrijpe vrucht is hard en stevig, en wordt wanneer hij rijpt sappig(er) en mals(er); de textuur van een rijpe vrucht is niet altijd even consistent. De smaak is aangenaam.
Op het noordelijk halfrond draagt de boom in de zomer vruchten. Doordat de boom zowel op het noordelijk als zuidelijk halfrond groeit is de vrucht vrijwel het hele jaar door verkrijgbaar. In Puerto Rico zijn zelfs twee oogsten per jaar.
Voor zover bekend is de mammi appel niet in ons land verkrijgbaar.
De vrucht pelt lastig. Het handigst gaat dat door de schil van boven naar onderen rondom in te kerven, zodat de schil in strips verwijderd kan worden, vergelijkbaar met het pellen van een sinaasappel, alleen dat gebeurt in de regel in vier-vijf parten. Het schillen van de taaie mammi gaat het beste wanneer de strips smal zijn. Hij wordt vers gegeten, gestoomd of in een fruitsalade, al dan niet in combinatie met wijn.
De mammi was bekend onder de Amerindianen, de oorspronkelijke bevolking van Antigua, net als avocado, soursop, guava en paw-paw. Onduidelijk is, of dit de sapote was of de mammi.
De vrucht is wijd verbreid in tropisch Zuid-amerika, en sinds de zestiende eeuw over Westelijk Afrika (Sierra Leone), Zanzibar, Indonesië, Maleisië en de Philppijnen. Hij gedijt in gebieden waar de temperatuur doorgaans tussen 27 en 30 graden is, en kan niet tegen vorst.
Van mammi-appel maakt men in Franse West-indië Eau en Crème de Creole, een likeur. Ook elders wordt de vrucht met alcohol gecombineerd. Zoals op Jamaica, waar men een vruchtensalade van maakt met suiker en wijn. Op de Bahama's legt men het vruchtvlees eerst in zout water, om de bitterheid in de vrucht weg te nemen en er dan jam van te maken. De vrucht wordt er ook gestoomd.
Er is weinig te vinden van de oorsprong van de benaming, maar het zal geen toeval zijn dat op Santa Domingo een plaats voor komt met de naam El mamey. Het woord 'mammae' is de meervoudsvorm van het Latijnse woord voor borst (mamma).
In tegenstelling tot mangosteen, die nauwelijks vitaminen bevat, is de mammi appel rijk aan vitaminen en mineralen. Edoch, niet om over naar huis te schrijven.