Op de junglesop na is de zuurzak immers de grootste vrucht onder de custardappels. De groenblijvende boom groeit alleen in de tropen, houdt van een hoge luchtvochtigheid en alleminst van kou. Een lichte vorst kan de boom fataal zijn. De boom wordt 7-9 meter hoog en draagt slechts 10-30 vruchten.
De vrucht is vaak grillig gevormd, tussen langwerpig en hartvormig in. Grote exemplaren zijn 5-7 kilogram per stuk en zijn 20-30 cm lang. De schil is stekelig, wat doet vermoeden dat de vrucht een meervoudige vrucht is, zoals de ananas. Maar wat we zien als stekels, zijn de vele stampers (vruchtbladen of carpellen) van één enkele bloem. Verzamelvruchten bestaan uit een groot aantal verschillende bloemen. Technisch gezien zijn de vruchten de vereniging (aggregatie) van een groot aantal gerijpte eierstokken, die herkenbaar zijn aan de schubben of stekels aan de buitenzijde van de vrucht.
De 'stekels' breken gemakkelijk af wanneer de vrucht rijp is. De binnenzijde van de vrucht is cr&etilde;me-kleurig en omvat witte segmenten, die aan de gelaagdheid van visvlees doen denken. De vrucht bevat veel zaden, een groot exemplaar tot wel 200 stuks, hoewel veel segmenten pitloos zijn.
Het zuurzakseizoen is lang, doordat de vruchten in verschillende regio's op verschillende momenten rijpen, van Puerto Rico in maart tot november op Hawaï.
De vrucht wordt nog geelgroen, onrijp geplukt, omdat hij eenmaal rijp van de boom zou vallen. Regel is, dat de vrucht binnen 6 dagen na de pluk gegeten moet worden. Net als veel andere custardappels wordt het vruchtvlees uit de schil geschept nadat de vrucht in stukken is gesneden. Een methode om het vruchtvlees en de zaden te scheiden is, het vruchtvlees te zeven, bijvoorbeeld in kaasdoek. Daarmee gaat de textuur verloren, maar ontstaat een goed bruikbaar 'sap'. De zaden zijn licht-toxisch, en worden niet gegeten.
Zuurzakken zijn kort houdbaar, bij kamertemperatuur slechts enkele dagen. Eenmaal rijp blijft de zuurzak nog 2-3 dagen goed in de koelkast. De schil kan al wel zwart kleuren, zonder dat dit de kleur en de smaak van het vruchtvleees aan tast.
In Peru was het gebruik de zaden aan de doden mee te geven, wat tot de eerste verspreiding van de vrucht over de regio heeft geleid. De verdere verspreiding heeft plaats gevonden vanaf de 16e eeuw, het wordt wel één van de eerste vruchten genoemd die van de Nieuwe Wereld naar de Oude zijn gebracht, in eerste insantie naar het zuiden van China.
De geslachtsnaam annona is afgeleid van het latijnse woord anon, dat 'jaarlijks' betekent, doelend op de vruchtvorming. De benaming zuurzak wordt wel verklaard uit een combinatie van de lichtzure smaak en de wat omgedefinieerde vorm van de vrucht. De Indonesische benaming sirsak zou daar van zijn afgeleid. aannemelijker is dat het omgekeerde het geval is geweest, dat zuurzak ontleens is aan sirsak, dat ontleend is aan een oud Tamil-woord sˊiru-s’akkei, dat 'kleine nangka' betekent.
Daarmee wordt de bewering gestaafd dat de benaming zuurzak ten onrechte aan de Anona muricata is gegeven, dat daarmee eigenlijk de nangka (Artocarpus) wordt bedoeld. Als dat waar is, H. Kern schrijft er een bijna onweerlegbaar verhaal over naar aanlelding van een publicatie in het Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde uit 1907, zou er géén Nederlandse benaming voor de vrucht zijn, of het moet guanabana zijn, naar de in Spaanstalige gebieden veel gebruikte benaming.