Voor een meer gedetailleerd overzicht verwijzen we u naar de pagina "werken met gelatine"
Gelatine wordt gemaakt van huid en botten. Tijdens het productieproces wordt het vetpercentage van deze grondstof teruggebracht tot 2%, waarna een proces van roosteren en reinigen begint. Het materiaal wordt ontdaan van kalkzouten door het met zuur te bewerken. De opgeloste kalkzouten worden voor andere processen gebruikt. Na de behandeling met zuur worden met loog de nog aanwezige micro-organismen gedood en wordt de oseïne, zoals het halfproduct zonder kalkzouten heet, geneutraliseerd door het te wassen met water.
Dit is maar het begin van een zeer bewerkelijk proces dat resulteert in slierten gelatine, waarvan gelatinevellen en gelatinepoeder (-kristallen) wordt gemaakt. Soms worden er toevoegingen aan de gelatine gedaan, zoals kleur-, smaak- en zoetstoffen. Omgekeerd wordt voor de productie van geleisuiker gelatinepoeder aan suiker toegevoegd.
De explosie zorgde voor een honderden meters hoge steekvlam en voor een dagenlang smeulende puinhoop. Het was het einde van een traditie die 'slechts' 60 jaar had geduurd. In 1911 begon de Lijmfabriek met de productie van gelatine, net als de lijm die men er vanaf 1887 maakte, gemaakt van dierlijke beenderen. De Lijm- en gelatinefabriek was een onderneming van Van Marken, de oprichter van Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek en de Nederlandsche Oliefabriek, later beter bekend als Calvé.
In 1953 werd de fabriek Amerikaans (Delft Gelatin Corporation, gevestigd in New York) in New York geopend werd. Vanaf 1968 legde het bedrijf zich volledig toe op de productie van gelatine en werd de lijmproductie gestaakt. Na de brand heeft het bedrijf nog enige tijd doorgedraaid, maar moest uiteindelijk in 2002 haar deuren sluiten.
Het productieproces is aan strikte regels onderworpen, niet alleen v.w.b. het BSE-risico. Alle gebruikte grondstoffen staan onder streng toezicht van veterinaire diensten. De Scientific Steering Committee (SSC) van de Europese Unie heeft in 2006 een verklaring uitgegeven dat het risico op BSE praktisch tot nul is gereduceerd. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft deze verklaring gebruikt om langer uit te sluiten dat runderbotten worden gebruikt, met uitzondering van schedels en wervels van runderen die ouder dan 12 maanden zijn.
Hoewel het droge eindproduct 98-99% eiwit bevat, heeft gelatine minder voedingswaarde dan vergelijkbare volledige eiwitbronnen. Gelatine ibevat veel niet-essentiƫle aminozuren (glycine en proline).