Tot de (eetbare) noten behoren amandelen (Prunus amygdalus), hazelnoten (Corylus avellana), walnoten (Juglans regia), pistachenoten (Pistachia vera), pijnboompitten (Pinus pinea), cashewnoten (Anacardium occidentale), pecannoten (Carya illinoinensis), macadamia's (Macadamia integrifolia), en paranoten (Bertholletia excelsa).
In het spraakgebruik worden pinda's (Arachis hypogea) ook noten gebruikt, maar deze zijn dat in botanisch opzicht niet. Ze bevatten evenwel dezelfde voedingsstoffen als 'echte' noten, en worden er om die reden vaak toch onder geschaard. Anders ligt dat bij kastanjes (Castanea sativa), die een andere structuur hebben (veel zetmeel) en andere voedingsstoffen bevatten, en daarom gewoonlijk niet onder de noten worden gerangschikt.
De meeste anti-oxidanten bevinden zich in het buitenste vlies. Meer dan 50% daarvan gaat verloren wanneer het vlies wordt verwijderd. Bij het bleken van pinda's en het pellen van pistachenoten gaan zelfs bijna alle anti-oxidanten verloren. Pinda's zijn in dat opzicht beter bestand tegen roosteren.
Noten bevatten geen cholesterol, maar de vetbestanddelen van noten bevatten aanzienlijke hoeveelheden van chemisch verwante non-cholesterol sterolen die behoren tot een groep van verbindingen die bekend staat als de plantensterolen of fytosterolen. Deze sterolen spelen een belangrijke rol in de membranen van de plant op een manier die verwant is aan wat cholesterol doet in dierlijke celmembranen. Fytosterolen zouden bij dragen aan de absorptie van cholesterol in ons lichaam, vergelijkbaar met de van nature in het lichaam (darmen) aanwezige cholesterolverlagers.
De minerale samenstelling van noten kan optimaal genoemd worden, zeker in vergelijking met andere voedingsmiddelen. Noten bevatten bijvoorbeeld nauwelijks natrium. Hazelnoten bijvoorbeeld bevatten vrijwel geen natrium, pinda's slechts 18 milligram per 100 gram. Voor de goede orde: ongezouten pinda's.