Van origine wordt deze 'kleine starter' op rijstnoedels gekweekt. Om de kweek te remmen, voegde men daar medische kruiden aan toe, of Polygonum vulgare-poeder. Tegenwoordig maakt men de starter hoofdzakelijk uit moederstarter, er komt geen noedel meer aan te pas.
Bij het fermenteren worden de schimmels Aspergillus flavus, Aspergillus niger, Rhizopus oryzae en Mucor ssp gebruikt, maar ook gist en andere micro-organismen. Deze qū is mild van smaak en wordt gebruikt voor het maken van Huangjiu (rijstwijn) en Xiǎoqū jiu, jiu's (Chinese wijnen) die erg populair zijn in Fujian, Guangdong en Guangxi, in het zuiden van China.
Xiǎoqū is verkrijgbaar in de vorm van blokjes van 10-100 gram of in de vorm van balletjes (pearls). Deze laatste zijn te koop onder de naam Shanghai gistballetjes. Soorten zijn yao-qū (kruiden-xiǎo qū) in meer dan 10 kruidenvariëteiten en bai-qū (witte, kruidenvrij xiao qū), waarin de grote dosering van Rhizopus oryzae voor de bleke kleur zorgt.