De populariteit van dangmyeon in Korea is opvallend, want hoewel het ook gemaakt wordt in China (Táng miàn 唐้บต) en Vietnam (Miến khoai lang) is het daar niet erg geliefd. Msschien ook wel door de minder aantrekkelijke grauwe kleur van het gedroogde product, of de best taaie structuur.
De eerste fabriek van dangmyeon is gevestigd in Sariwon. Het bracht de noedel in 1919 op de markt. De naam is afgeleid van de Chinese benaming Táng miàn.
Pas vanaf 1930 werd het populair onder Koreanen, die sowieso een voorliefde hebben voor het onderscheidende, en dangmyeon beschouwen als een authentiek Koreaans ingrediënt.
Van nature is het niet eenvoudig om glasnoedels uit zoete aardappelen te maken, omdat het moeilijk is het melksap van het zetmeel te scheiden. Dat is een voorwaarde voor de transparantie. Een tweede probleem is, een noedel te maken die bij het koken heel bijft en niet uiteen valt. Dat is de belangrijkste reden waarom het niet mee valt om in de thuissituatie een goed kokende noedel van een verse zoete aardappel te maken.
Glasnoedels van zoete aardappel hebben ten opzichte van andere glasnoedels een stevige bite, sommigen noemen de noedel zelfs taai. Deze 'al dente' eigenschap behoudt de noedel, ook wanneer je hem een volgende maal verhit, het is een eigenschap die bij de noedel hoort, en niet wordt bepaald door de kooktijd. De noedel is met andere woorden gaar, of niet.
Hét Koreaanse gerecht met damgmyeon-noedels is japchae, en gerecht met spinazie, wortel, rundvlees, paddestoelen, ui en sojasaus. Het authentieke 17e eeuwse recept bevatte de toen gebruikelijke glasnoedels, niet de nu meest populaire van zoete aardappel.