Onder een sparrenscheut worden de jonge uitlopers van de spar verstaan, inclusief de naaldjes. Ze zijn lichtgroen, en mals. Ze smaken naar dennenappel, citrus en rozemarijn.
Ofschoon wildpluk in Zweden, paddestoelen rapen of bosbessen plukken bijvoorbeeld, een recht is, geldt dat niet voor het plukken van de jonge topjes van de spar, een boom uit de dennenfamilie (Pinaceae), die algemeen voor komt in de bossen van het noordelijk halfrond, en die wij kennen als sierboom en 'kerstboom', bijvoorbeeld de Nordmann en de blauwspar.
De spar is groenblijvend, met hoekig gevormde naaldvormige bladeren, die op bladkussentjes bevestigd zijn. Je herkent een spar aan zijn scheuten, deze groeien rechtstreeks en niet gegroepeerd uit het nieuw gevormde takje. De beste tijd om ze te plukken, is wanneer de uitlopertjes nog in hun papieren wikkel zitten, liefst kort daarna
Eetbaar zijn de scheuten van sparren, zoals de Noorse en de blauwe spar ()Picea abies, Picea pungens), dennen ( (Pinus muga) en firs (Avies) pines (Pinus sp.), and firs (Abies sp.) Picae abies (Noorse spar), mugo den, Picea pungens, blauwspar (Pinus muga)
De sparrenscheut wordt niet alleen gebruikt als kruid, in Scandinavië brouwt men al eeuwen sparrenbier van de scheuten. Bekend is dat kapitein Cook dit bier op zijn zeereizen gebruikte tegen scheurbuik. Inderdaad, de scheutjes bevatten veel vitamine C, en worden om die reden gebruikt wanneer het hoofdvoedsel vlees is. Het beste kun je er in heet water een thee van brouwen, niet laten koken, want daar kan vitamine C niet tegen.
Een kleine opsomming van sparrenbieren:
Distilleerderij Tamworth Tamworth, New Hampshire maakt een sparren-gin met sparrenscheuten.
In veel arctische gebieden zijn de sparrenscheuten een delicatesse, onder andere in Zweden - daar granschotte genoemd - en Alaska. Mocht je ze zelf wilen plukken, denk er dan aan, dat wanneer je een bom 'af graast' je alle jonge uitlopers verwijdert, ten koste van de boom. Zorg voor een goede spreiding, en pluk er niet te veel van dezelfde boom.
Watch out for the inedible pine trees. Norfolk Island Pine (Araucaria heterophylla), the Yew (Taxus) and Ponderosa Pines (Pinus ponderosa — aka Western Yellow Pine, Blackjack Pine, or Bull Pine).
Je kunt de jonge scheuten vers van de boom eten, zoals men in Alaska doet. De scheuten kunnen dan ook rauw gebruikt worden in salades, of als kruid op een broodje. Men maakt men er thee van of siroop, verwerkt de scheuten in bier, zoals Granskott Amber Ale van Godahops Hantverksbrygger. Er zijn ook recepten van sparrenscheuten in de zoutkorst bij de bereiding van roodvlees, in een dressing of aioli.
Om de scheuten te bewaren voor later gebruik, zul je ze bewaarbaar moeten maken. De beste methoden zijn: invriezen, er siroop van te maken of de scheutjes in azijn leggen.
In de Scandinavische landen en het noorden van Amerika at men de jonge scheuten van de naaldbomen, en maakte men ook met de al wat oudere takjes (en naalden) sparrenbier. Maar ook elders. Toen James Cook in 1763 Newfoundland ontdekte, ging zijn bemanning van boord om sparrenbier (sprucebeer) te maken. Zo belandde deze vaardigheid vanuit Europa (Groot Brittanië) in Newfoundland en Nieuw-Zeeland, waar nog altijd sparrenbier gemaakt wordt.
“Any one who is in the least acquainted with spruce pines will find the tree which I have distinguished by that name. There are three sorts of it: that which has the smallest leaves and deepest colour is the sort we brewed with, but doubtless all three might safely serve that purpose.” (Cook's Second Voyage towards the South Pole, 4th edit. vol i. pp. 99 and 101)
De bemanning van Cook trof drie soorten naaldbomen op het eiland aan die ze er voor gebruikten, de kahikatea, rimu en mai (of matai).
Respecteer het copyright !