De zaadjes zijn bruin en langwerpig, en zo fijn, ongeveer zo groot als een maanzaad, dat ze ook zonder malen aan een gerecht of drank kunnen worden toegevoegd. De smaak en geur van selderijzaad is te danken aan de carbonylverbindingen (phthalides) in selderij-olie, die overigens voor het merendeel (60-70%) uit limoneen bestaat. De smaak is wat bitterig, wat selderijzaad geschikt maakt voor gebruik in zuurkoolgerechten, salades zoals coleslaw, pickles en in combinatie met zout in Bloody Mary's en tomatensap. Voor dat laatste kun je selderijzout gebruiken, een (kant-en-klaar of zelfgemaakt) mengsel van één deel gemalen selderijzaad op twee delen fijn zout.
Zoals bij alle specerijen verdient het aanbeveling selderijzaad pas op het laatste moment te malen om er maximaal rendement uit te halen. Maal je het zelf, rooster het dan kort, je maalsel zal er fijner van worden doordat het zaadje knapperiger wordt. Verhit niet te sterk of te lang, daarmee verlies je aroma's. Gemalen is selderijzaad een fijn, donkergroen-bruin poeder.
Selderijzaadjes zijn afkomstig van gecultiveerde, 'wilde' selderij, een tweejarige plant, die in het tweede jaar zaden trekt.
Selderijzaad vind je in menig specerijenschap, let bij aankoop extra goed op de kleur. Hoe geler de zaadjes hoe matiger de kwaliteit. Selderijzaad is ook gemalen verkrijgbaar en in de vorm van selkderijzout, een mengsel van gemalen selderijzaad en zout.
Selderijzaad wordt graag gebruikt in de Franse en Italiaanse keuken, wat de laatste betreft een erfenis van de Romeinse keuken. De niet gemalen zaadjes kunnen een gerecht 'zanderig' maken, omdat ze zo klein en knappoerig zijn. Gebruik daarom liever gemalen selderijzaad, ook in rubs. Een uitzondering op de regel is het gebruik van selderijzaad in opleg, de zure of zoetzure basis voor het inmaken van groenten als augurken.
Selderijzout combineert goed met tomaten en aardappelen.
Naast hiernaast genoemde voedingsstoffen bevat selderijzaad 60 mg phytosterol per 100 gram.