De Annona purpurea is een snelgroeiende tropische struik, die zo'n 6-10 meter hoog wordt. In december verliest hij al zijn bladeren, lancetvomige, behaarde bladeren, die 20-30 cm lang zijn en 10 cm breed. Hij houdt van een hete, vochtige setting en kan niet tegen kou. Ideaal is een gemiddelde temperatuur van 25-28 °.
In april verschijnen de eerste bladeren, kort daarop gevolgd door bloemen. De bloemen hebben een roestkleurige driedelige kelk. De buitenste bloembladeren zijn dik, met bruine beharing en gele en paarse vlekken. De binnenste bladeren zijn aan de buitenzijde (room)wit, aan de binnenzijde paars, de kleurstelling die in de botanische naam tot uitdrukking komt. Ze ruiken zeer fruitig.
Een chermimoyaboom geeft op zijn vroegst vanaf zijn derde jaar vruchten. Deze zijn bol- tot eivormig, en zijn gemiddeld 15-20 cm in doorsnede, aanzienlijk groter dan de vrucht van de cherymoya.. De vruchten zijn voorzien van puntige, haakvormige uitsteeksels, die bedekt zijn met viltige laag. De schil is groen, maar bij rijpen kleuren de uitsteeksels als eerste bruin, later de hele vrucht. Gemiddeld weegt een vrucht 1 à 2 kilogram.
Afhankelijk van de groeiplaats, rijpen de vruchten in de herfst, in Yucatan al in augustus. Het vruchtvlees is, zeker vergeleken met dat van de cherimoya, vezelig, zoals dat van de zuurzak. Het is oranjekleurig en smaakt en ruikt als mango.
Ondanks de heerlijke smaak, wordt de soncoya niet of nauwelijks verhandeld. In Colombia is het sap erg populair, in Mexico wordt de vrucht toch vooral als medicijn gezien.
De vrucht wordt als handvrucht gegeten, of tot sap verwerkt. Wanneer de vrucht rijp is kunnen de carpels gemakkelijk losgebroken worden. De grote bruin-zwarte zaden zijn niet eetbaar.
Soncoya's zijn kort houdbaar. Houd ze buiten de koelkast, tenzij al rijp, bij temperaturen onder 12° stopt het rijpingsproces. Bewaar rijpe vruchten buiten de koelkast hoogstens enkele dagen. Gerijpt vruchtvlees kan goed ingevroren worden. Eet het vruchtvlees bij voorkeur koel.
De Annona purpurea is eind achttiende eeuw voor het eerst beschreven door de Mexicaanse botanicus José Mariano Mociño.
De geslachtsnaam annona is afgeleid van het latijnse woord anon, dat 'jaarlijks' betekent, doelend op de vruchtvorming. Het epitheton purpurea dankt de plant aan zijn bloemen. Niet alleen deze Annona puprurea, ook de Annona macrophyllata wordt soncoya (of ilama) genoemd.
In Mexico wordt de plant ook abeza de negro, toreta of chincua genoemd, in Guatemala anona sincuya, chincuya, cabeza de muerto, sencuya, suncuyo, soncolla of matacuy. In Panama: guanabano toprete of toreta, in Colombia gallina gorda, guanabano pun of matimba, en in Venezuela castiguire, manire, manirote, tiragua of tucuria.