De biribá (Rollinia of Annona mucosa) is een vrij kleine tropische boom. Hij wordt zelden hoger dan 10 tot 12 meter. Hij groeit gemiddeld 3 meter per jaar.
Het is een groenblijvende plant. Hij heeft harige twijgen met puntige, langwerpige bladeren die zo'n 20 cm lang zijn. Hij heeft veel water nodig, en laat het leerachtige blad vallen wanneer het te lang te droog is. Hij is niet bestand tegen kou. De bloemen groeien in clusters van drie of vier, en zijn lichtgroen en hermafrodiet. Ze ruiken fruitig. Onder de juiste omstandigheden geeft de boom al na tweeeneenhalf jaar vruchten, gedurende een jaar of tien. Dat doet de plant het hele jaar, met de piek van januari tot juni.
Het is één van de ruim 65 soorten planten in het Rollinia-geslacht, é&eaciute;n van de zeer weinigen met eetbare vruchten. Vanwege het geringe onderscheid tussen Rollinia en Annona gaan er stemmen op de beide geslachten samen te voegen.
De schil van de vrucht is voorzien van tepelhoven met een puntige apex. Iedere apex correspondeert met vrucht, het zijn immers verzamelvruchten, zoals de ananas. Maar wat we zien zijn de vele stampers (vruchtbladen of carpellen) van één enkele bloem. Ze zijn aanvankelijk melk-wit, zoals het vruchtvlees.
Een volgroeide biriba kan jaarlijks zo'n 150 vruchten produceren. Deze zijn gemiddeld 15 cm groot, en wegen tussen 300 gram en 2 kilogram. De biribá do alto solimoes, een soort die in de westelijke Amazone voor komt, wordt echter wel 4 kilogram. De vrucht wordt afgeknipt wanneer ze bijna rijp is. Een volledig rijpe vrucht is geel met groene accenten. De apexen van een gerijpte vrucht hebben een zwart uiteinde. Wanneer de vrucht is nagerijpt, is hij erg gevioelig voor transportschade.
Het vruchtvlees is melkachtig tot crème van kleur, is zoet en smaakt licht naar citrus. Het vruchtvlees oxideert vrij snel, waardoor het er minder appetijtelijk uit ziet. Net als bij peren, zal het vervolgens snel papperig worden en fermenteren.
De vrucht is populair in Brazilië en op de Philippijnen.
De vrucht wordt als handfruit of in bereidingen gebruikt. De zaden zijn niet eetbaar. Snijd de vrucht doormidden. De zaden laten zich dan gemakkelijk verwijderen. Lepel het vruchtvlees er vervolgens uit, schillen zal niet lukken. In Brazilië wordt ook een wijn van de briribá gemaakt.
Biriá's zijn kort houdbaar. Houd ze buiten de koelkast, tenzij al rijp, bij temperaturen onder 12° stopt het rijpingsproces. Bewaar rijpe vruchten buiten de koelkast hoogstens enkele dagen. Gerijpt vruchtvlees kan goed ingevroren worden om bij wijze van ijs gegeten te worden. Eet biriá's bij voorkeur koel.
In het begin van de twintigste eeuw zijn zaden van de boom naar de Philippijnen gebracht, en later, in de jaren '30 naar Hawaii en Florida.
De geslachtsnaam Rollinia is en vernoeming naar Charles Rollin, een Frans historicus uit de achttiende eeuw (1661-1741). De botanische naam mucosa is afgeleid van het latijn mucosus, dat zilverachtig betekent.
In Midden-amerika noemt men de plant de ilama, afgeleid van het Nahuatl ilamatzapotl, dat zoiets als 'oude-vrouwen-zapote' betekent. Dezelfde benaming gebruikt men ook voor andere bomen en vruchten, zoals de soncoya of cabeza de negro (Annona pupurea), die als alternatief voor de cherimoya wordt verbouwd.
Hoewel biribán de algemeen gebruikte benaming is, worden in Brazilië talloze andere benamingen gebruikt, zoals biribá de pernambuco, anón amazónico, fruta da condessa, aratricum pitaya en jaca de pobre. Andere benamingen zijn mulato (Colombia), rinon de monte (Venezuela), anona babosa of zambo (Mexico)
De vrucht is rijk aan vitamine B1, B2 en B6, en bevat calcium, ijzer en fosfor. Hij bevat meer eiwitten dan andere vruchten.