In de atemoya zijn de kwaliteiten van beide roomappels verenigd. De naam is een samenvoeging van 'ate' een oude Mexicaanse benaming van de suikerappel en 'moya', van 'muya', dat zaad betekent. Het vruchtvlees van is weliswaar vezeliger dan dat van de cherimoya, maar lijkt er sterk op, ook qua smaak. Heel belangrijk is, dat de atemoya bestand is tegen hogere temperaturen maar bovendien tegen een vorstje kan. Hij lijkt daarin zowel op de tropische suikerappel als op de uit de koele Andes afkomstige cherimoya. De atemoya is voor een roomappelsoort 'hard'.
De atemoya is een snelgroeiende tropische struik, die net als de chermoya zo'n 7-8 meter hoog kan worden, maar om wille van een efficiënte teelt gesnoeid wordt. In de winter verliest hij vrijwel al zijn bladeren. De Brix-waarde is 25°, veel zoeter dan een druif.
De vrucht wordt als handfruit of in bereidingen gebruikt. De zaden zijn niet eetbaar . Snijd de vrucht doormidden. De zaden laten zich dan gemakkelijk verwijderen. Lepel het vruchtvlees er vervolgens uit, schillen zal niet lukken.
Atemoya's zijn kort houdbaar. Houd ze buiten de koelkast, tenzij al rijp, bij temperaturen onder 12° stopt het rijpingsproces. Bewaar rijpe vruchten buiten de koelkast hoogstens enkele dagen. Gerijpt vruchtvlees kan goed ingevroren worden om bij wijze van ijs gegeten te worden. Eet atemoya's bij voorkeur koel.
De vrucht is rijk aan vitamine B1, B2 en B6, calcium, ijzer en fosfor. Hij bevat meer eiwitten dan andere vruchten.