Het doel van de glycemische index is een indeling van voedingsstoffen naar hun postprandiale effecten op de bloesuikerspiegel. Voor mensen die diabetes hebben is het een indicatie voor de insulinebehoefte naast het inzicht in de hoeveelheid koolhydraten in voedsel. Voor het vaststellen van de glycemische index is een internationale standaard vastgelegd. Deze is gebaseerd op de inname van 50 gram van een bepaald product door tenminste tien gezonde personen. Daarbij men men de glucosewaarden over een periode van twee uur, de 2-uurs-respons.
De glycemische index heeft een schaal van 0 tot 100, waarbij stevia als enige zoetmaker de waarde 0 heeft, en glucose heeft net als witbrood de waarde 100. Hoe lager het getal, hoe langzamer de stijging van de bloedsuikerconcenratie. De snelheid waarmee glucose-inname in het bloed terecht komt is dus de referentiewaarde.
Een belangrijke factor bij de interpretatie van een GI-waarde is de bio-beschikbaarheid van een koolhydraat, hoe gemakkelijk kan een koolhydraat verteerd worden? Ook de bereidingswijze van een product is een belangrijke factor, ook de bereiding in de keuken. Wat de betekenis van de GI voor een individu betekent, hangt af van diens eigen kenmerken, zoals de snelheid van de spijsvertering, de gevoeligheid voor insuline enzovoort.
Aan de index hangt een indeling van voedingsstoffen die een lage, matige of juist hoge GI hebben, waarin waarden onder 55 als laag beschouwd worden, en waarden boven 70 hoog.
De betekenis van de glycemische index is niet onomstreden. De Australische hoogleraar Jennie Brand-Miller staat te boek als de grote promotor van het gebruik van GI. Het Boden Instituut aan de Universiteit van Sydney biedt een website aan met een schat aan informatie (www.glycemicindex.com)
De database wordt de officiëe internationale glycemische index genoemd, maar bevat slechts een overzicht van de GI-waarden van in Australië verkrijgbare producten. In Australië vermelden producten de GI-waarde door middel van een symbool dat garant staat voor een GI-waarde dat is bepaald door een geaccrediteerd laboratorium.
Hoewel er ook kritiek is op het gebruik van de glycemische index, onderschrijft WHO/FAO het gebruik ervan boven het gebruik van termen als complexe koolhydraten en enkelvoudige suikers als leidraad voor leefregels, in combinatie met het gehalte aan koolhydraten.
Ook het befaamde John Hopkins Institute uit Harvard mengt zich in de discussie met een onderzoek naar de betekenis van GI voor gezonde mensen. In een uitgebreide studie vergeleek het instituut de effecten van een dieet met vooral koolhydraten met een hoge GI (›65) met die van een dieet met producten met een lage GI (‹45) onder 163 mannen en vrouwen met overgewicht gedurende vijf weken.
De verrassende uitkomst van de studie - The OmniCarb Randomized Clinical Trial - was, dat de GI-diëten overeenkomstige resultaten lieten zien. Het lage GI-dieet had 'geen enkel positief effect', noch op de insuline-gevoeligheid, noch op het cholesterolgehalte. De conclusies moeten met enige reserves beschouwd worden, omdat een Mediterraan dieet met een lage GI wel het risico op het krijgen van diabetes kan verkleinen. in de studie waren overigens geen proefpersonen betrokken met diabetes.
Uit The OmniCarb Randomized Clinical Trial: "At high dietary carbohydrate content, the low– compared with high–glycemic index level decreased insulin sensitivity from 8.9 to 7.1 units (−20%, P = .002); increased LDL cholesterol from 139 to 147 mg/dL (6%, P ≤ .001); and did not affect levels of HDL cholesterol, triglycerides, or blood pressure. At low carbohydrate content, the low– compared with high–glycemic index level did not affect the outcomes except for decreasing triglycerides from 91 to 86 mg/dL (−5%, P = .02). In the primary diet contrast, the low–glycemic index, low-carbohydrate diet, compared with the high–glycemic index, high-carbohydrate diet, did not affect insulin sensitivity, systolic blood pressure, LDL cholesterol, or HDL cholesterol but did lower triglycerides from 111 to 86 mg/dL (−23%, P ≤ .001).
In this 5-week controlled feeding study, diets with low glycemic index of dietary carbohydrate, compared with high glycemic index of dietary carbohydrate, did not result in improvements in insulin sensitivity, lipid levels, or systolic blood pressure. In the context of an overall DASH-type diet, using glycemic index to select specific foods may not improve cardiovascular risk factors or insulin resistance."
Deskundigen zijn het over één ding hardgrondig met elkaar eens. De glycemische index is voor gezonde mensen, en reken daar gemakshalve de criticasters onder, van nul en generlei belang. Voor mensen met diabetes is de GI-waarde een belangrijke indicator naast het inzicht in het koolhydraatgehalte van voedsel. Voor hen is de GI zoekmachine van de Universiteit van Sydney een aanrader. Hij is wel Engelstalig.