Milpa is een cyclus van twee jaar verbouwen, waarna de grond acht jaar braak ligt. Maya's en andere Midden-Amerikaanse volken ontwikkelden dit systeem zo'n 5.000 jaar geleden. De cyclus omvatte de drie voor hen belangrijkste gewassen: maïs, bonen en pompoen, de drie zusters genoemd. Het grote voordeel van het milpa-systeem is dat de bodem zichzelf herstelt en er voor een goede opbrengst geen aanvullende bemesting nodig is. In de vorm van de Drie Zusters bestaat het Milpasysteem zo lang als de jongste van de drie gewassen, bonen, die rond drieduizend jaar geleden gedomesticeerd werden. Tegenwoordig maakt ook chilipeper deel uit van het Milpasysteem.
De drie gewassen profiteren van elkaar: de maïs dient als structuur voor de bonen om te klimmen en maakt het plaatsen van stokken overbodig, de bonen zorgen voor de stikstof in de bodem die de andere planten gebruiken, en de pompoen bedekt de grond die daardoor vocht vast houdt en belemmert de groei van onkruid.
Ook qua voedingsstoffen zijn de drie gewassen aanvullend; maïs levert de koolhydraten, maar mist de aminozuren lysine en tryptofaan die het menselijk lichaam nodig heeft om eiwitten en niacine te maken, maar bonen bevatten beide, naast voedingsvezels en vitamine B2 en B6. Pompoen bevat veel vitamine A. Samen vormen zij de ingrediënten voor een traditioneel gerecht succotash.